Up
Ds Wybo Zoutman
Diederik Dulfer
Lies Jansen
Gerard Dulfer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lucia Maria Dulfer - Luijendijk

Crematie 8 oktober 2002

Bijdrage Lies Jansen

Afgelopen zondag was ik in de Centrumviering. Die viering wordt één maal per maand in onze binnenstad gehouden, met Lucie en Gerard als vaste deelnemers. Lucies naam is daar in verdrietige en dankbare gedachtenis genoemd.

Wat mij trof was dat er in deze dienst ook gedoopt werd. Er werd een mooi dooplied gezonden, met als refrein:

O Heer, bevestig ons bestaan,

Noem ons bij onze naam.

Daarstraks in de dienst hebben we het lied voor de gestorvene gezongen, met een ander refrein:

Blijf geborgen in je naam,

Wees als een mens gezegend.

Onze naam is er om in het nog maar net begonnen leven geroepen te worden, zodat we mens kunnen worden.

Aan het eind om daarin veilig geborgen te zijn en gezegend, zolang er mensen zijn die deze naam laten klinken.

“Lucie is Lucie”, hebben we allemaal wel eens gezegd. Niet iets van … “nou ja, Lucie is nu eenmaal Lucie”. Nee, Lucie is Lucie! met een uitroepteken.

Voor Willemijn en mij was Lucie zoals haar naam is,  kort en helder.

Soms kort aangebonden. Zij wilde niet zomaar geroepen worden. Zij had haar eigen kracht, die zij goed kende en zelf wilde ontwikkelen en gebruiken.Vanuit het leven met haar ouders en later met Gerard heeft zij haar weg gevonden, naar een ongelooflijk hartelijke en heldere omgang met de mensen in India, die haar vrienden werden. Claus en Lucie hadden elkaar moeten kennen… Had Len Munnik vanochtend niet twee vlinders kunnen tekenen?

In onze huizen waren wij zo gelukkig om direct na een reis op video en foto’s te zien welke prachtige persoonlijkheid zij was. Willemijn heeft dat meegemaakt en kwam vol bewondering thuis. Ik was op afstand trots als we een foto zagen van wéér een eerste steen of onthulling van een huis dat toegewijd was aan mrs. Lucie Dulfer-Luijendijk, voluit en met gekrulde en veelkleurige letters op een bord of een spandoek geschreven.

Soms hield ze zich ook bewust verborgen. Lucie was niet vanzelf  lucide.

En er zijn al die andere keren dat zij op het noemen van haar naam open ging, vertelde, lachte, recht voor z’n raap iets te berde bracht waar we het in de goede zin van het woord mee konden doen. En die momenten waarop we samen stil waren, zo’n echte werkzame stilte.

Geborgen zijn, gezegend zijn, wij zullen haar naam in ons hart en op de tong meedragen.

Geloof ons, haar naam zal in onze kleine woongemeenschap blijven klinken, met alle tonen van ons gemis. Met jou, Gerard, in het dagelijkse leven. Met jou, Diederik en Bas, Anita en Ida, Bjorn en Dewi als jullie langskomen. Met U moeder Jans, als wij U in Ermelo opzoeken.

Het is in het dagelijkse leven vanaf nu anders. Maar in ons leven is Lucie geborgen en gezegend, zoals bij zovelen die met haar leefden en werkten. Dat is hopen wij ook de grond van een nieuw begin.

(Lies Jansen, 8 oktober 2002 uitgesproken in de besloten bijeenkomst rond de crematie van Lucie Dulfer-Luijendijk)