Home Contact Sitemap familieboom
Hoofdpersonen:
Meer informatie
 

Luijendijk - Pieter Johan (1907 - 1985)

Jeugd

Navraag doen bij Mieke Wieske

Karakter

�        brief 18/25-03-1948: niet meer zo erg om met pingpongen te verliezen. �dat kan me niet zoveel meer schelen als vroeger.�

�        brief 26-03-1948: ergert zich aan schaarse kleding van vrouwen: �Op het bovendek-sportdek begint het al fraai te worden. Waarom die dames zich zo moeten vertonen, met korte broeken e.d. en maar zonnen, jo! �T Is alsof hun leven er vanaf hangt, dat ze flink bruin zijn. Wat een engheid van leven bij zeer velen. Voor een film of een geintje lopen ze hard, bv. een intelligentietest, maar voor de kerk zijn ze niet te krijgen.� Zelf organiseert hij, samen met anderen, kerkdiensten (zie bijv. preek voor Goede Vrijdag aan boord getypt op een portable typemachine van pastoor Bleker (?)), zondagschool voor kinderen, �spreekuur�

�        (zie ook brief 21/25-03-1948 over gemengd zwemmen: �Velen beginnen al te zonnen, blote benen-parade etc dat zal nog wel iets fraais worden. Er is hier ook een aardig zwembad, maar ik zal maar niet gaan als �t �gemengd�zwemmen is.) Hij gaat samen met de pastoor/priester naar de kapitein; zie reactie van Jans in brief d.d. 14-04

�        brief 21-04-1948: "werk is een verdovend middel"

�        brief 29-04: �Ik word al erg zelfstandig, noodgedwongen, zelfs op het gebied van koffers pakken.�

�        Hij is zeer nauwgezet/precies. Op 24 september 1947 schrijft hij aan Jans: "Ik ben dezer dagen bezig mijn kaartsysteem + mappen definitief te regelen; 't werk is nu bijna ten einde, en bevredigt me nogal."

�        Dat hij een harde werker was blijkt uit een brief van Jans d.d. 21 januari 1953. Ze schrijft: " Niet te hard werken, Piet. Als ik straks thuis ben zal ik je wel eens remmen, wacht maar." Piet was toen docent aan de Theologische Opleidingsschool (TOS) in Karuni. Uit zijn brieven aan haar blijkt dat hij inderdaad erg druk was. O.a. met het schrijven (en stencillen!) van onderwijsmateriaal.

�        Op 7 september 1958 schrijft hij vanuit Lewa aan zijn dochter "Als ze straks in Nederland niets voor me te doen hebben, kan ik nog altijd voorzanger worden. Dat zou je misschien niet denken, he. Maar dat is een soort verborgen talent, dat op de TOS pas echt in 't licht kwam, vooral omdat ik tot nu toe alleen maar collega's trof, die helemaal niet zingen konden! Als ik niet preek (zoals vandaag), krijg ik 't briefje met de psalmen-gezangen toegestuurd van de dominee: minta angkat suara[1]."

�        Piet is een echte 'Pietje precies'. Jans schrijft daarover aan Lucie op 28 september 1958 i.v.m. zijn voorbereidingen voor hun terugreis medio volgend jaar (!) via Napels/Italie: "En je weet hoe Papa is, alles vooruit regelen tot in de finesses." Hij bestudeert landkaarten, encyclopedie, vaartschema's, etc.

�        In februari 1957 vierden Piet en Jans hun 25-jarig huwelijksfeest in Lewa op Sumba te midden van een grote groep zendingsmensen (18 volwassenen en 8 kinderen), maar zonder Lucie. Ds Piet van Berge en Mw Riet van der Werff lieten in een schitterende conference verschillende zendingsmensen, w.o. Piet Luijendijk, de revue passeren. Piet schreef daarover op 27 februari 1957 aan Lucie: ".. Ds Piet van Berge gaf samen met tante Riet een stukje Amsterdamse humor weg, dat was geweldig. Hij was mijnheer van Mijmeringen, die zijn vrouw vertelde van een zendingsavond in 'Irene', waar hij Mhr Hoekstra (die 't vorig jaar op S. geweest is immers) had horen vertellen over S. Nu je begrijpt ieder passeerde de revue, 't was meesterlijk en raak ook soms, ieder kreeg zijn deel. Hij had ook iets gehoord over o.a. die Ds Luijendijk, ja die was vreselijk precies: op alle tafels, stoelen en bedden van de school stonden nummers, zelfs de borden van de honden en katten waren genummerd en die wisten precies hun nummer! En 's avonds, dan gingen ze altijd precies om 10 uur naar bed (hij gaat zelf namelijk altijd vreselijk laat), maar hij dan lag hij altijd maar te woelen in zijn bed, 2 uur lang, vanwege 2 problemen: van 10-11 over de vraag of hij die week al aan alle zendingsarbeiders op S. een brief had geschreven! (ze zeggen, dat ik zoveel brieven schrijf) en van 11-12, of hij al een suppletoire begroting had ingediend! (we hebben voor de bouw op Lewa namelijk 3x een aanvullende begroting ingediend, die ook allemaal zijn goedgekeurd door Generale Deputaten!) - en dan om 12 uur neemt hij een slaaptabletje. Waarop zijn vrouw Swaan vroeg: waarom neemt die dominee dan niet meteen om 10 uur zo'n tabletje? Wat hebben we wat gelachen die avond."

�        Zie levenstestament/euthanasieverklaring uit 1983

Gedeelte uit een brief van Bert en Jany Schotveld gedateerd 16 oktober 1966 vanuit Pameti Karata op Sumba (Indonesië):

Lucy wordt gefeliciteerd met haar komende verjaardag. Daarna volgt een beschrijving van hun eerste ervaringen op Sumba.
"Bert is nog al enthousiast en voortvarend over het algemeen en dit is wel een flagrante tegenstelling met de aard der Sumbanezen. Je vader moet dan ook nog al eens zijn wij zeer, en op Sumba vergrijsde, hoofd schudden. We vinden het overigens reuze fijn dat ze hier zijn, hij moet nog al eens een bemiddelend woord spreken want zo als jullie wel zult weten zijn de onderlinge verhoudingen niet altijd ideaal. Begrijp me goed we hebben heus met niemand een ruzie hoor!"

Brieven 1948

29-01-1948: eerste brief van Lucie

17-03-1948: afscheidsbrief van vader Gerrit Luijendijk aan zoon Piet

In brief aan Jans d.d. 9-2-1947 meldt hij dat hij op bezoek geweest is bij de familie Veldkamp in Groningen.

[1] Letterlijk 'graag uw stem verheffen', d.w.z. graag het voortouw nemen bij het zingen.