Home Contact Sitemap familieboom
Terug naar de vorige pagina
  DAGBOEK Pieter Luijendijk 1945
Meer informatie

(Het origineel bestaat uit losse velletjes en 'schriftje', beschreven in zeer klein handschrift)

 

21 augustus 1945

Kamp te Bolong. Toda[1] komt terug uit Makale, zenuwachtig gepraat in de nacht, direct 120 kilogram rijst bijstomen voor vandaag, voortaan 600 gram per dag. Een redevoering aan alle blokcommandanten dat ze niet meer mogen werken, alleen de vitale ploegen (houtploeg, keuken, enz) worden verzocht door te willen gaan. Verder: over 2 dagen terug naar Pare-Pare met 40 auto's, weinig kapal terbang[i]. Slot: uitbarsting in tranen. Misschien dat ik jullie later nog zie, misschien niet. Enfin, alles vaag, geen enkele exacte uitdrukking, maar toch krijgt ieder die het hoort de indruk, dat er iets gebeurd is, en dit kan niets anders zijn dan de overgave van Celebes, of waarschijnlijker: de capitulatie van Japan, dat na het ultimatum van eind juli kort en klein gebombardeerd is: vandaar in het hele kamp een ontzaglijke nerveuze stemming, men feliciteert elkander, sommigen "zeker" van de zaak, anderen onder voorbehoud. Er wordt een karbouw geslacht, suiker voor de koffie en oebi[ii] verstrekt. De meest wonderlijke dingen. Het is alsof je droomt! Je durft het niet te geloven "al heb je er dagelijks om gebeden" dat het nu echt waar zal zijn.

 

22 augustus 1945

Vanmorgen tot 1 uur dienst in het ziekenhuis. De stemming in het kamp bij velen onzeker. Vanmiddag de commissie voor de colportage te Makassar (Brokken-Koerts-dr Goederen-Lindeboom + A. te Velde) ge�nstalleerd en aan het werk gezet.

Na afloop roept dr Goederen me apart, spreekt me aan met Piet (hoewel hij anders nuchter en zakelijk is) en zegt, dat hij moet spreken, nu hij reeds enige dagen achtereen in het gebed de aanwijzing krijgt, mij het volgende te zeggen: "Zeg tegen Piet Luijendijk: toom je wat in, eis niet teveel van jezelf; ik heb een groot werk voor je in uitzicht. Ga je daarop bezinnen." Het is eigenaardig, hij kende mijn voornaam niet, wilde het me liever niet zeggen, d.w.z. hij zag er tegen op, maar ook gisteravond kreeg hij in een rustig gebed een duidelijke opdracht.

Ik heb hem bedankt en belooft, dat ik dit heel ernstig in mijn  gebed voor God zal brengen, en heb hem gevraagd ook voor mij te bidden.

 

24 augustus 1945

Vanmorgen ziekenhuisdienst. Vanmiddag gesprek met Kampmeijer[2] (?) over het verschil van het christelijk geloof in God en het mohammedaanse geloof in Allah. God onze enige Vader in Jezus Christus onze Heer. Daarna besprekingen over de uitgave van het boek van Schulte[3] in blok 10.

 

29 augustus 1945

Geweldig drukke dagen achter de rug. Zaterdag 25 augustus tot 's middags laat het H.A. geregeld opdat het de volgende morgen toch door zou kunnen gaan. Maar in de namiddag komt het bericht dat er zondagmorgen 16 auto's zullen zijn voor het eerste transport naar beneden. De barang[iii] moet onmiddellijk gepakt en weg gebracht naar de pasanggrahan[iv]. Toen was natuurlijk de mogelijkheid voor de Avondmaalsviering voorlopig verkeken. De transporten zouden in 3 dagen verwerkt worden, dus 200 man per transport. Zodoende bleef het de Zondag (26-8) zo druk met pakken etc, dat er zelfs van een gewone kerkdienst niets komen kon helaas. Alleen in het ziekenhuis hield ik de laatste avondsluiting over het laatste vers van Psalm 142: verlossing tot dankbaarheid! Om uw Naam te loven.

Zaterdagavond was ik mee gaan pikoelen[v] naar de pasanggrahan, blijkbaar was het te zwaar en te koud geweest, zodat ik de daarop volgende nacht een flinke diarrhee had.

In het tweede transport zouden alle pati�nten meegaan, in 3 auto's, 10 pati�nten moesten worden gedragen door Toradja koelies! Ik zelf zat in de derde ziekenauto met lichte pati�nten (13 man) samen met Jan Bot, en Jelle[4].

Maandag 27 augustus (verjaardag van Kii Berg) 's morgens om 4 uur op, pakken, eten regelen in het ziekenhuis, dan langzaam vertrekken met prachtig heldere maan. 't Was fris, maar heerlijk. Halverwege werd het dag, en wat een dag! Uit het dodendal naar de vrijheid. Zelfs de laatste dag hadden we nog iemand moeten begraven: Berghuis. Gelukkig behoeft hij dat zware transport niet meer mee te maken. Het duurde uren voordat alle pati�nten bij de autoweg aangekomen waren, zodat we half elf pas konden vertrekken. De auto's waren niet "afgeschermd" en we konden echt genieten van het verbazend mooie gezicht op de kolossale bergen van Toradja land. Wat een schitterende toch. Werkelijk buitengewoon. We mochten echter alleen maar stoppen ver van de bewoonde plaatsen, om geen contact met de bevolking te krijgen. Eigenlijk hadden de Jappen daarin groot gelijk. 's Avonds om half negen kwamen we aan. We werden direct verwezen naar het ziekenhuis, waar een grote zaal met 4 kamers beschikbaar was. Heran sekali[vi]! Wat een omkeer in de houding van de Jap! Je verwondert je dagelijks.

Na een vermoeiende dag een korte nacht tot half vijf, toen kreeg ik mijn deel nachtwacht. De daarop volgende dag was natuurlijk razend druk, de zaal moest schoon gemaakt, de pati�nten kregen ledikanten: soort bij soort, de zware in aparte kamertjes, en de 2 voorkamertjes voor het personeel, op bedden natuurlijk. Intussen had ik de beide laatste dagen zoveel eieren en varkensvet gekregen dat ik het bijna niet meer houden kon.

Vanmorgen tegen zes uur wakker, gelegenheid voor rustig gebed en meditatie; ik werd herinnerd aan Col. 1:19-20 "Getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van de liefde".  Uit Bolong gebracht naar Pare, uit het dodendal naar het licht en de warmte, voorportaal van de vrijheid; beeld van de verlossing uit de zonde en de vrijmaking tot kinderen Gods. Here, wat zijt ge groot, in uw schepping, maar nog groter in uw liefde, in uw offer van uw zoon van de liefde, uw liefste! Voor mij, voor ons, ook voor Jans en Lucie, en voor uw kerk. Als we nu de vrijheid ingaan, hebt ge ons driemaal "gekocht", namelijk 1 door ons te maken, 2 door ons Christus te geven, 3 door ons te verlossen uit de internering. Maar dan terug in de wereld, nog in de wereld (zie gebed van Jezus, Johannes 17), dus ook verdrukking; dit kan niet anders, dat moet zelfs; wie met Christus in deze wereld is, die heeft noodzakelijk deel aan het lijden = lijden van de gemeente (Col. 1:24). Maar wie met Hem is, wordt zelfs in het "dodendal" van Bolong bewaard in zijn gemeenschap, door de  wolk (mist) van zijn macht wordt het gezicht der vliegtuigen aan het volk van Isra�l in de woestijn en door de macht van het geweld van de satan (beeld is van Krijger). Here, alles is voor U en van U. Geef mij dagelijks de genade U alles opnieuw te offeren.

 

30 augustus 1945

Vanmorgen drukken dienst in het ziekenhuis. Te laat opgestaan om rustig te kunnen bidden. Prikkelbaar, heerszuchtig. Wat is het moeilijk, onmogelijk, om te dienen, lief te hebben, nederig en zachtmoedig te zijn. Ik voelde me zeer beschaamd.

Gistermorgen een merkwaardig gesprek gehad met pastoor Stiphout over samenwerking tussen zending en missie: hij zei dingen die ver mijn verwachtingen te boven gingen, en wees o.a. op de mogelijkheid van besprekingen over de situatie op Soemba. 's Middags hadden we onze eerste Soemba conferentie, waar ik dit o.a. te berde bracht. Lou[5] en ik zullen de zaak nader defini�ren, waarover we vanmiddag hebben vergaderd. Stiphout zelf stelde vanmorgen voor, om nog eens verder te spreken; morgen waarschijnlijk. We hebben verder besproken wat we nu verder zullen doen, zodra we met onze gezinnen weer verenigd zijn.

 

31 augustus 1945

Een onvergetelijke Koninginnedag. Kon helaas wegens buikpijn niet naar het kamp, of naar de kerk. De Jap had toegestaan kerkdienst in de protestantse kerk. Wybe[6] had daar een preek over Psalm 116 vers 12 en 13, die allerwegen grote indruk maakte. Daarna op het plein toespraken van de Resident en Bikker; later Bikker ook in het ziekenhuis. Er kwam een bloemstuk met "welgemeende gelukwensen" van de commandant der Japanse Zeemacht in Makassar! Ja, de rollen zijn duidelijk verwisseld! We kregen vandaag kleren van de Jap: tjawat[vii], short, shirt, overhemd. Nu komt alles tegelijk.

Vanmiddag samenspreking met P. Stiphout  over de mogelijke samenwerking tussen missie en zending op Soemba; daarna Algemene Vergadering, Wybe voorzitter, ikzelf scriba. Een hopeloze bespreking over het juist genoemde onderwerp n.a.v. een voorstel van Lou en mij, waarbij Wybe de meest ondenkbare stunts maakte. Daarna bezoek aan Middelkoop over het H.A. a.s. zondag, en aan Schulte over het boek. Te laat thuis voor het eten. Dat tegenwoordig heerlijk is!

 

1 september 1945

Vanmorgen dienst ziekenhuis - vanmiddag vergadering kerkelijke commissie en andere zaken. Nu een mooie plaats gekregen om te schrijven, ook 's avonds - vandaag zijn mijn klamboe[viii] en kain[ix] gereinigd van alle Bolong vuil.

 

3 september 1945

Gisteren H.A. gevierd in de protestantse kerk alhier, onder leiding van Middelkoop. 't Is ongelooflijk zo snel de situatie toch is omgedraaid! Er is op het ogenblijk zo'n hoeveelheid eten van buiten, dat zelfs velen hun eten uit de keuken niet meer halen.

Ik sta nu 's morgens om 6 uur op, om de dag met gebed te beginnen, en 's avonds te be�indigen. Het weer is hier werkelijk verrukkelijk. Een stroom van zegeningen. Ik heb veel aan Ds van Dijk deel V. Hoe zullen we God werkelijk echt danken!

 

4 september 1945

Gisteren noodgedwongen A.V. gehouden zonder Wybe, omdat hij geen tijd had. Hij lijdt aan grote indolentie. Vanmorgen Soembanese les gehad; we zouden daarna A.V. voortzetten, maar werden daarin verhinderd, eerst door de komst van een Hollands vliegtuig met de Nederlandse vlag, die pamfletten uitwierp waarin meegedeeld werd, dat morgen medicijnen e.a. zouden worden uitgeworpen op een gemarkeerde plaats; daarna werd voorgelezen een lijst van doden en ernstige pati�nten uit Kampili, waar veel droefheid werd verwekt. Zo was er blijdschap en droefheid vlakbij elkander, en dat zal zo ook in de vrijheid wel zo blijven.

Vanmiddag hoopt Henny[7] zijn lezing over de Bergrede te be�indigen.

 

6 september 1945

Gisterenmorgen bespreking gehad over de uitgave van ons boek. We schieten goed op en hebben bijna alle copie binnen. Gisterenmiddag een buitengewoon interessante lezing gehoord van Luiting over de Ambonezen en hun geestelijk leven. - Gisteren zijn de beide residenten naar Kampili geweest en terug gekomen met berichten en brieven. Er bleken geen ernstige pati�nten te zijn. Uit de brief van Jans bleek, dat ze juist gisteren voor dysenterie werd opgenomen; Lucie is bij Sien Mobach. Al is het erg jammer, ik kan nu voor haar bidden en voor haar herstel. Nog een paar dagen en we hopen elkander te ontmoeten!

Zwiet[8] kwam diep ontroerd gisterenavond bij ons; uit de brief van zijn dochter bleek, dat ze na 16 augustus j.l. gedoopt was! Wat een gebedsverhoring! Alle moeilijkheden door den Here zelf weer weggeruimd, ver boven bidden en denken. O Here, onze God, Gij zijt zo goed, Gij zijt een hoorder der gebeden. Een hoorder van onze gebeden.

Dat was ook weer zo duidelijk op onze A.V. gisterenavond; ze waren er allemaal en de stemming was rustig; ook Wybe werkte mee, al gaat het niet altijd con amore. Maar ook dat zal de Here ons geven. Here, uw wegen zijn groot!

 

7 september 1945

Inderdaad, de burgemeester heeft gelijk: er is alleen maar reden voor stille vreugde en grote dankbaarheid, niet voor uitbundige vreugde. De dodenlijsten zijn te lang, en we weten nog lang niet alles, nog niets van Java, Japan en Holland. - Gisteren een dag vol nederlagen: woorden gehad op zaal met de heer Huissen en pastoor Bedaux; ik ben te geagiteerd, hoogmoedig, opgewonden. Het was voor me een grote teleurstelling en ernstige waarschuwing. Als de Heer zijn Koninkrijk niet komen doet, komt er niets van terecht. 't Is al mooi als we niet voortdurend afbreken.

 

9 september 1945

Het is gebeurd! 'k Heb Jans ontmoet vanmorgen in 'Stella Maris'; met Krijger en Frater Geroldus, na de preek vanmorgen (Col. 1:12-14). Het is iets onbegrijpelijks dat het gebeurt! Je kunt het je niet realiseren en er genoeg voor danken. Wat is dit groot en heerlijk: ze zag er goed uit, het viel me erg mee. Ik sprak daar nog vele anderen ook, die ik allemaal moest inlichten over hun mannen. Och, wat een geweldige dag, onbegrijpelijk. Dat wij elkander mogen zien en waarom anderen niet?

Gisteren zijn we uit Pare-Pare vertrokken met 11 auto's voor 80 man, zieken en ouden van dagen. We zaten n.b. met stoelen op de auto's, de bevolking gedroeg zich net andersom dan 3 jaar geleden. - Ik kreeg van Jans een prachtige photo van haar en Lucie. Lucie is zo groot geworden; ze is nog in Kampili bij Sien Mobach, Bets[9] heb ik ook gezien en Piet Bergema en vele anderen.

 

14 september 1945

De afgelopen dagen zijn zeer druk geweest: 's morgens om 6 uur op voor gebed en bijbel lezen, na het eten van 10-11 naar Stella Maris voor bezoek aan Jans en van 1-7 dienst in het ziekenhuis. Intussen zijn onze ernstige pati�nten overgebracht naar het krijgsgevangenenkamp en worden daar verpleegd. Nu is er voor ons heel weinig meer te doen, een beetje wondbehandeling en wacht houden; 3 uur per dag; ik doe het samen met Jan Bot, Larijzen, en Kamer. De nachtwacht kon afgeschaft worden. Ik heb nu dienst van 1-4 uur. De bezoekuren in Stella Maris zijn verminderd, nu alleen 's avonds van 5-6 uur. Intussen heb ik woensdag Lucie voor het eerst gezien, groot geworden; we staan volslagen vreemd tegenover elkander, en ik merkte, dat ze daar last van heeft, evenals ik. Erg jammer, dat Jans er niet is. Ze is gekomen samen met Sien Mobach en is daar in huis, Bessyweg 39. Ik ga daar pas wonen zodra Jans thuis komt.

Wat is Lucie een lief kind; ik kan maar niet begrijpen dat ze een dochter is niet alleen van Jans, maar ook van mij. Hoewel iedereen zegt dat ze zo op mij lijkt. Och, het is zo'n wonder. Dat ik toch maar leren mag om dankbaar te worden, en dat Jans en ik haar samen mogen leren hoe goed en groot God is.

Woensdagavond een samenspreking met Jan Brokken gehad over de geestelijke verzorging hier; en sedert vandaag doen we de geestelijke verzorging van Stella Maris samen, d.w.z. morgenwijding en ziekenbezoek. Ik merk, dat ik deze 3 jaar veel geleerd heb; veel van schuchterheid en mensenvrees ben ik kwijt, en ik kan nu vlotter spreken. Ook de Gereformeerden in het krijgsgevangenkamp wil ik gaan bezoeken, en het huisbezoek in de kota[x] onder hen regelen. Er is weer veel te doen. Door bemiddeling van Jan[10] leerde ik de Japanse dominee Sea kennen; hij wordt door alle partijen geprezen en gewaardeerd; en maakt een goede indruk. Het is zo moeilijk elkander werkelijk lief te hebben, dat voel ik aan alle kanten. Hij is een vriend van Kagawa[11]. Hij zei: Dominee dat betekent 'djongos[xi]'!

 

17 september 1945

'k Ben thuis! Onbegrijpelijk, maar het is waar. Vrijdagavond ('t is nu maandag) is Jans thuis gekomen en vond ik haar dus op het bezoekuur niet meer aan in het ziekenhuis. Zaterdag ben in verhuisd van de school (oud ziekenhuis) naar Bessyweg 39. Het is een mooi huis. We zitten hier samen met de familie Mobach en Krijger, dus Pajeti is volledig. Krijger is gisteren overgekomen. Gisterenmorgen dienst gehouden in Stella Maris, gisterenmiddag de rest van het 'oude mannenhuis' geliquideerd. Vanmorgen in het Empress-Hotel op bezoek geweest bij de heren Koerts en Hutterheim (?).

Wat zijn deze dagen heerlijk. 't Is eigenlijk het mooiste te genieten van elk ogenblik en je niet te haasten, en vooral niet (zoals mijn aard is): te jagen. Ik probeer het. Wat een ervaring: ik heb samen met Lucie mijn was gedaan! Overigens doe je de hele dag niets anders dan kennismaken. De kring wordt zo groot, dat het niet te overzien is.

 

19 september 1945

Eergisterenavond een zeer gezellige ontmoetingsavond gehad ter gelegenheid van de verjaardag van een kind van de inlandse Leeraar Souhoka. Vele voorgangers met gezin waren daar uitgenodigd en het was verbazend leuk elkander daar te mogen ontmoeten. Wat is deze tijd toch moeilijk voor mensen als Mevr. Verdenius en Boeken Kruger. En je voelt aan alle kanten, dat je zo weinig doen kunt; woorden zijn zo nietszeggend.

Gisteren een brief geschreven naar Berkel en Den Haag. Wat zullen we daar van horen? Ik verwacht veel droeve berichten. De ellende in Holland schijnt groot geweest te zijn en ook nu heerst er grote desorganisatie. De wreedheden van de Duitsers zijn onbeschrijfelijk.

De geestelijke verzorging van Stella Maris is nu door Jan Brokken aan mij overgedragen; 't is weer het oude lied: hij vat 10 dingen tegelijk aan en kan er geen van volbrengen; zo verliest hij zich weer in kleinigheden en ontvangt kritiek van alle kanten. 't Is erg jammer. Ik wil het nu met Anton Poot samen doen.

 

21 september 1945

Vandaag geestelijke verzorging van Stella Maris voor een deel overgedragen aan Wiebe. Anton Poot en Haanstra zorgen nu voor huisbezoek aan oorlogsweduwen in de kota. Er is nog zeer veel te doen. De opheffing van de kampen in Kampili en Pare-Pare traineert geweldig; aan de organisatie in de kota ontbreekt veel. De huisvesting van de later aangekomenen is slecht geregeld. Dus: een heleboel ontevreden gezichten, een massa klachten, ontstellend, alsof de mensen ineens weer alles vergeten zijn! Nu zitten wij zelf - zonder dat we er iets af of toe kunnen doen - in een alleraardigst huis, met de familie Mobach en Krijger en dus is het makkelijk praten. En vooral anderen vinden dat natuurlijk zo. Gelukkig, er zijn ook nog echt-dankbare mensen. Laten we het proberen!

 

24 september 1945

Vrijdagavond een samenkomst gehad waar Ds Seija, de Japanse predikant van Makassar en Zuid-Celebes veryteld heeft van de moeilijkheden van de kerk in Japan, het werk van Kagawa en zijn eigen taak. Het was goed de Japanner eens, voor het eerst, van een andere kant te zien, en in hem de broeder te mogen ontmoeten. 't Was ontroerend hem te horen; wat past ons veel gebed voor het Japanse volk.

Zaterdagavond 22/9 bij Mevr. Verdenius geweest; 'k voelde het als mijn plicht haar van Jan Jacob te vertellen, wat ik wist. 'k Had ook dit in het gebed gevraagd. 't Was voor me een zeer moeilijke avond; ik voelde me hulpeloos arm tegenover haar en tegenover zoveel verdriet. 't Viel me erg zwaar. Ik hoop dat God het voor haar heeft gezegend.

Gisterenmorgen samen naar de kerk, voor het eerst in ons leven met zijn drie�n; Lou preekte over de naam 'Christen'. 't was ontroerend samen staande belijdenis te doen voor Gods aangezicht. Gisterenavond in de kerk gewest van de 'Kemah Indjil'[xii]; daar o.a. Ds en Mevr. Post ontmoet van de Wisselmeren N.G., sedert eind 1943 in Australi�, nu hier ten bate van de ge�nterneerden. Door de inlandse voorganger werd ik uitgenodigd, om volgende week 's morgen te preken, wat ik beloofd heb.

 

Donderdag 27 september 1945

Dinsdagmorgen gewerkt in het militair hospitaal, enkele pati�nten opgezocht. 't Is als altijd: wanneer je er maar aan begint, dan merk je hoezeer het nodig is. Ik tracht ook iedere dag een paar gezinnen op te zoeken, vooral ook de Gereformeerden, om kennis te maken. 's Middags na het eten lezen Jans en ik samen over 'het gebed' en verder een boekje over levensvernieuwing in het Engels. En de namiddag probeer ik vrij te houden voor ons drie�n. Och 't is zo'n wonder heerlijke tijd samen te mogen zijn en samen alles van God te ontvangen, en zo ook samen alles te bespreken. 't Verwondert me zo, dat we zo gelijk denken. Ook dat is gebedsverhoring. Wat is dit alles teer en kostbaar. - De toestanden in Holland blijken tijdens de oorlog verschrikkelijk geweest te zijn; ook nu is het nog zo, dat verlof naar Holland wordt afgeraden en in verband met beschikbare ruimte is overkomst van nieuwe mensen[12] voorlopig ook onmogelijk. We zullen dus met de beschikbare krachten het werk moeten voortzetten. Maar God zal zelf voor dat alles zorgen! 'k Dreig dat telkens weer te vergeten en 'bezorgd' te zijn. Dat is toch ook: klaar ongeloof.

 

Zaterdag 29 september 1945

'k Ben alleen thuis; allen zijn weg, 't is heerlijk stil en rustig, zodat ik zelf ook rustig zijn kan en bidden kan. 'k Heb vanmorgen  'vrij' genomen, d.w.z. ik ga niet naar het militair hospitaal, hoe nodig ook, opdat ik me rustig kan voorbereiden op morgen (dienst Stella Maris); als je iedere dag tot 2 uur van huis bent heb je geen tijd om de zaken eens rustig te overzien. Gisteren na Stella Maris een bezoek gebracht bij Mevr. Van der Kleij, die alleen thuis bleek te zijn; we waren in 2 minuten waar we wezen moeten, ze bleek teleurgesteld door de houding van haar man en het moeilijk te hebben. Ik wist ineens dat ik bij haar wezen moest. Jans zal het contact met haar onderhouden. Gisteren gehoord van het overlijden van Ton Kuipers en zijn vrouw, K. van Dijk en D. Rignalda. Wat een verliezen allemaal, en voorlopig geen kans op aanvulling. We zullen 't met de beschikbare krachten moeten doen. Of is 't Gods bedoeling, dat we nu de inheemse krachten nog meer gaan gebruiken, ook voor Soemba? Van een uitbreidingsplan komt voorlopig niets, Holland heeft geen geld, er kunnen ook geen mensen komen vanwege gebrek aan schepen, en ik wacht nu, hoe God het werk toch uitbreiden zal, want ik weet zeker, dat Hij dat doen zal. Aan Gods mogelijkheden komt nooit een einde!

 

Dinsdag 2 october 1945

Zondag bericht ontvangen van Ds Post, Missionary Alliance, NICA, dat er waarschijnlijk van elk der zendingsterreinen een vertegenwoordiger vooruit mag gaan om de zaken over te nemen. De vergadering heeft mij daarvoor aangewezen, en sedert ben ik begonnen me los te maken van het werk te Makassar (Stella Maris, krijgsgevangenkamp, kring Gereformeerden, Kerkelijke Commissie) en me voor te bereiden voor het vertrek, o.a. door het opmaken van een vragenlijst; verzamelen van adressen onderweg, van kleren etc. Veel is er noch hier noch in Australie te krijgen. Het is jammer, dat we nu weer uit elkaar moeten, maar als God de weg wijst zal het alles goed gaan. 't Zou het mooiste zijn als Krijger ook mee kon.

 

Maandag 8 october 1945

De dagen rennen voorbij; de indrukken gaan zo snel langs je heen, dat je het gevoel hebt een afgestompt mens te zijn. En dat nu! Er is zo ontzaglijk veel te genieten en te ontvangen; onbegrijpelijke dingen worden zo maar werkelijkheid! Bijvoorbeeld, woensdagmorgen op stap geweest met Lucie voorop, en zij maar kwebbelen en praten en precies de weg weten. We kwamen de hele stad door, bij de fietsenmaker, bij de familie Kandan (?) en Ds Seija van de Kemah Indjil - Mardikajaweg - van het gemeentehuis, bij Wybe etc etc. En Lucie genieten, al is ze bij vreemden vaak maloe[xiii]. Daar moet ze doorheen!

De verzorging van Stella Maris is nu in handen van 4 personen: Wybe, Mollema, Spreeuwenberg en mij. - Donderdagavond hadden we bezoek van de Marine, van Klaveren, Takerus, van Keulen, Bedorf en Mommaad, Sergeant Rommaas (hofmeester) zit intussen al op de Abraham Crijnsen en vertrekt vandaag. Diezelfde middag op bezoek geweest bij de familie van Zwieten, waar Lucie een Australische vriend opdeed. De kerels, zelf getrouwd, vinden het heerlijk kinderen te zien en thuis te zijn. Vrijdag kregen we bezoek van een Australische officier, Mr Mills: hij sprak gelukkig duidelijk Engels en vertelde zeer interessante dingen over de oorlog. Op Nieuw Guinea en Nieuw Britten (?) is in de jungle hard gevochten van man tegen man, 't kostte 20.000 Australi�rs tegen 275.000 Jappen, ze maakten 100 gevangenen! Verschrikkelijk is daar gevochten. Mommaar kwam vrijdag aan met brood en boter en kaas! Ik heb nog nooit zo heerlijk gegeten!  Wat een heerlijke gaven! En wat moet je er voor vechten, om een "bidder" te blijven, nu, nu alles zo "goed" lijkt en er zo'n overvloed is. En toch, ik kan niet zonder God.

Vrijdag liep het gerucht van een boot die met pastoors naar Flores, later naar Koepang zou. Ik op onderzoek uit, naar Paatje de Graaf. Reverend W. Post, Majoor Wegner; 't bleek niet juist, maar toch goed er achter aan te gaan. Daardoor maakte ik kennis met Majoor Wegner, ook Gereformeerd, hier Conica = C of NICA. Zondag (gisteren) H.A. gevierd onder leiding van Haanstra; samen met Jans aan het Avondmaal, hoe is het mogelijk? En wat een zegen. 't Was heerlijk, daar van de Heer zelf te horen de verkondiging van de vergeving der zonden! 'sAvonds om 5 uur in het Fort Rotterdam een dankdienst van katholieken en protestanten van de 3 interneringskampen, toespraken van de kampcommandanten, Mw Joustra, Kapitein Diendenei (?) en Ds Bikker, zang van het koor. Wat een mooie samenkomst. 't Is goed, telkens en telkens er weer aan herinnerd te worden, dat we danken moeten, alleen maar danken!

 

Woensdag 10 october 1945

Maandag vergadering van de leiders der geestelijke verzorging der 3 kampen, samen met Reverend W. Post, waarbij de kota werd verdeeld in 8 wijken, ieder met eigen wijkpredikant. Wijk 3 werd mij toegewezen; samen met Wybe. We beginnen met gegevens te verzamelen en Johannes Evangelie te verspreiden. 's Avonds een bijeenkomst met de te zenden vertegenwoordigers der zendingsterreinen in de Gr. Oost buiten Selebes (Grondel, Bot, van Alphen, Poot en ik), over onze houding straks bij onze aankomst. Er is intussen nog geen antwoord van Morotai gekomen en ik ben zeer benieuwd wat dit uitwerkt.

Krijger ontving een brief van Geert en dringend bericht van zijn vrouw en beide dochters. Heerlijk. Gisterenavond maakte ik een Maleise "Koempoelan Sembayang" mee in de Kemah Indjil, die me niet meeviel, eerlijk gezegd. 't Gebed maakte een ordeloze, luidruchtige indruk op me, niet eerbiedig.

 

Zondag 14 october 1945

Een zondagmorgen thuis; samen met Lucie en Anneke Berg. Ze zitten samen te spelen en ik bemoei me er niet mee. De dagen vliegen om; de zegen die we ontvangenis onbegrijpelijk groot. Dat we toch getrouw blijven in dankbaarheid. Er is iedere dag veel te doen. Ik sta 's morgens om 6 uur op voor gebed en bijbel lezen; 's middags na het eten - als we niet te moe zijn - lezen Jans en ik samen over het gebed en Engels en we praten samen over allerlei dingen tijdens het thee drinken. Dat is reuze fijn; daarna samen op bezoek of met Lucie op de fiets door de stad, of bezoek ontvangen. 's Morgens druk tot 1 uur half 2: Stella Maris, militair hospitaal, en nu er nog een wijk bij gekregen. Druk, maar heerlijk werk; er is zoveel verdriet, dat vertroost, zoveel slapheid die vermaand moet worden. Soms ben ik zo echt dankbaar, dat ik dominee mag zijn, omdat het zo mooi werk is. Er komen nog steeds doodsberichten binnen uit andere kampen, uit Japan en Hainan, Thailand, Borneo, Java, overal zitten onze mensen en zeer velen zijn gevallen. Zeer velen! Wij zijn achter gelaten om het werk te doen; ijverig te doen, en niet ego�stisch onze voorrechten naar ons toe te halen! Vrijdagmiddag bezoek gehad van Jan de Baan en Wim Zand, 2 miliciens-matrozen, flinke jongens, maar teleurgesteld, verbitterd door het vel onrecht en ellende, die ze zagen in het krijgsgevangenkamp. De houding van de officieren, o.a. de doktoren, worden als zeer ego�stisch en met persoonlijke voorkeur gelaakt. In het algemeen was het in ons kamp toch veel beter.

 

Woensdag 17 october 1945

Gisterenavond Lucie de eerste klap om haar oren gegeven; 't was nog niet gebeurd of ik had spijt ervan. Ze was boos omdat ze door moest lopen terwijl ze wou blijven staan; ze rukte zich van mijn hand los, ik maakte me ook nijdig en tikte haar voor ik het wist. Ze huilde, Jans suste, ik als derde voelde me als een kleine jongen in de hoek. Stom, nijdig, waarom? Later heb ik er met Jans over gesproken, en samen hebben we er met Lucie over gepraat, spijt betuigd, vriendschap gesloten. Wat is het moeilijk.

Maandag weer in de wijk gewerkt, gisteren in militair hospitaal, vandaag in Stella Maris. Er is veel, zeer veel te doen. Bovendien is de toestand de laatste dagen hier zeer onrustig; op Java hebben de Soekarnisten de oorlog verklaard aan de Hollanders, Ambonezen, Indo-Europeanen, en de onrust is overgewaaid hierheen. 's Nachts, soms overdag doen nationalisten - rood wit- aanvallen met messen, vooral op Ambonezen. Gelukkig zijn hier 3.000 Aussies, en nog enige honderden Hollandse militairen. In de buitenwijken voel je hier en daar de onrust en de dreiging. We gaan 's avonds niet meer uit.

 

Zaterdag 20 october 1945

Vanmorgen gekeurd door Chatelin; 't was een bende, een drukte; gelukkig was ik gauw aan de beurt. Voorlopig alles goed. Gisterenmorgen met Pastoor Stiphout; resultaat: hij zal zodra het rustig is, na aankomst te Endeh, met Monseigneur Leven (?) spreken over de mogelijkheid van een tijdelijke wapenstilstand; bijvoorbeeld voor een periode van 5 tot 10 jaar; waarbij uitgegaan wordt van de "status quo" op het moment van de afspraak, d.w.z. gedoopten en adepten van beide parijen worden erkend; voor de overgang van de ene naar de andere groep, door christenen, of overlopen door personeel wordt door ons onderling overleg gepleegd. Tijdelijk breidt Rome zijn arbeidsterrein niet verder uit gezien a. het vele werk dat door de missie in geheel NI (??) te doen is buiten Soemba b. de onmogelijkheid om bij de zo geringe bevolkingsdichtheid op een zo klein gebied als Soemba is geen ruzie te krijgen! Vooral dat laatste heb ik proberen duidelijk te maken. Ook al spotten velen met het idee van dergelijke samensprekingen, voor mijzelf vond ik het fijn, en had ik de overtuiging mee bezig te zijn aan de opbouw van het lichaam van Christus. Daar horen beide groepen toch bij. Hij liet verder doorschemeren, dat waarschijnlijk een deel van de Soembanese pastoors niet meer terugkomt, d.w.z. van Stokkum met verlof naar Holland en Rechter om door te studeren. Dan hebben ze die meteen geloosd. Na de samenspreking met Monseigneur zal hij mij schrijven, hoe de uitslag ook zal zijn, en hij veronderstelde, dat Monseigneur ook zeker tezijnertijd instructies zou geven dienaangaande aan zijn mensen op Soemba, en mogelijk bij een visitatiereis op Soemba behoefte zou gevoelen, deze zaken met ons persoonlijk te bespreken. Ook al zouden wij beiden te idealistisch denken over de houding van onze groepen, in ieder geval zullen we het ideaal vasthouden!

Er is een telegram gekomen van Morotai, dat wij - en ook de missie - niet via Morotai, maar rechtstreeks per eerste gelegenheid zullen mogen vertrekken naar onze standplaatsen (waarschijnlijk via Koepang). Een deel van mijn barang heb ik al ingepakt. Hoe langer je weer bij elkaar bent, hoe moeilijker het valt om weer te scheiden. Want we hebben het zo goed met zijn "drietjes', zoals Lucie zegt. Maar we hebben meer ontvangen dan duizenden anderen.  God geve ons de bereidheid dagelijks dat alles aan Hem terug te geven, voor zijn dienst.

 

 

Zondag 21 october 1945

Gisterenavond de opening van de 'Aussiesclub' meegemaakt, samen met Krijger en Ben Mobach. Vanmorgen geen kerk; op bezoek geweest bij de familie Routs. Zeer genoten van de Psalmenbundel van Hasper met aantekeningen.

 

Maandag 22 october 1945

Vanmorgen bij Kapitein Callenfels, K.D.P., geweest, om te spreken over voorschotten, salaris e.d. De voorschotten houden binnenkort op; de mensen moeten aan het werk en zelf zien aan de slag te komen. Wij kregen echter ons salaris uit Holland, en contact daarmee is nog niet mogelijk. Hij adviseerde gezamenlijk een request in te dienen bij het Departement O & E[13] via de Nica! De weg is nogal kort! Je krijgt zo van alle kanten de indruk, dat de regering lang en lang nog niet klaar is en op de situatie berekend, noch economisch, noch politiek. En geestelijk is men evenmin klaar. Vandaar dat er heel wat dingen gebeuren, die niet in de haak zijn. Allerlei incapabele lui hebben hoge tractementen en veel te zeggen.  Het lijkt een zooitje te worden net als voor de oorlog. Daarmee was ons volk tevens geoordeeld.  Zijn we het wel waard?

 

Dinsdag 23 october 1945

Zondag 1 jaar geleden dat we Pare-Pare uitgebombardeerd werden; het lijkt wel 5 jaar. Wat is er intussen veel door ons geleden; veel beleefd. De laatste dagen 's middags bij de tandarts; helaas de tijd dat we juist samen lazen; we moeten daar toch iets op vinden, want het is veel te hard nodig, dat we dit samen doen. Vanmorgen had ik een goede dienst in Stella Maris.

 

Donderdag 25 october 1945

Gisterenmorgen in het militair hospitaal in het 'Peace Camp' , daar ook 69 Ambonnezen geweest, Goeroe en Nyonya  Piranrija (?) en Nyonya Wattimena. Ze zijn door de Nationalisten (Rood - Wit) van huis en hof verdreven; 12 Ambonnezen zijn vermoord, 18 gewond; er werd door de Australiers niets tegen gedaan (ze treden alleen repressief op), en de Nederlandse regering staat machteloos. 't Is werkelijk voor hen een wanhopige situatie: daar zitten 1800 mensen bij elkaar; hun bezit is hen ontstolen toen ze hals over kop wegvluchten; nu hebben ze niets meer, nog minder dan wij. En 't is voor hen erger dan voor ons, want ze krijgen 't zo gauw niet weer bij elkaar. Ik voelde me diep beschaamd toen ik daar was. Wat hebben we een pover figuur geslagen tegenover deze mensen, die ons 3 jaar lang zo geholpen hebben, die hun leven voor onze zaak hebben gegeven. 't Is een schande voor ons. 't Is te wensen dat straks onze Regering hen behoorlijk helpen zal.

 

Vrijdag 26 october 1945

Gisterenmiddag vergadering van de wijkpredikanten; 's avonds bezoek van Ds en Mevr. Post. Ik kreeg van Presswood een nieuwe band (?) cadeau. Ze zijn daar allen erg vriendelijk en goed voor mij. Eigenlijk begrijp ik niet waarom. Maar 't is een grote zegen van God! 'k Las vandaag Jeremia 45. Een goede les voor mij: God zelf plant �n rukt uit; Hij doet zijn werk op zijne wijze en al lijkt het ons hopeloos, geestelijk gezien, zoals de situatie zich nu ontwikkelt met overal oproer, stakingen, en relletjes hier en op Java, God zal het doen. Christus onze Heer is zelf de koning! Hoe veilig is het dan, met Hem in deze wereld. Wat zouden we twijfelen? Hij zal het maken! Wij hebben geen andere taak dan iedere dag getrouw te zijn, en onze taak voor die dag te doen. Gisteren bericht bij Krijger gekomen, dat Wim Mobach is gestorven (gefusilleerd) in een kamp in Holland. Wat een verdriet. De Here helpe hen en al die anderen die verdriet hebben. De verhoudingen tot de Nationalisten schijnt op Java iets beter te worden; onderhandelingen zijn bezig; er komt tekening. Er wordt, gelukkig, aan het nationalisme plaats gegeven. Laat men rechten erkennen, en daarnaast stevig optreden tegen alle misdaad en leugen.

 

Woensdag 31 october 1945

Sedert zondag op bed geweest, last van buikloop, een lam gevoel, verkouden erbij. Het was de derde keer dat we vertrekken zouden naar Koepang, samen met de Missie. Ze hebben allerlei plannen, maar tot nu toe is het steeds mislukt. We weten nog steeds niet of Soemba bezet is. Wisten we zeker, dat dat het geval was, dan konden Krijger en ik vragen per vliegtuig er heen gebracht te mogen worden. Zolang we dat niet weten hebben we geen overmatige haast. Want zonder bezetting kunnen we er toch niet heen, en kunnen we beter hier bij elkaar zitten dan gescheiden op Koepang. We zullen 't nu maar rustig afwachten, hoe God dit voor ons regelen zal. - De toestand was hier de laatste dagen nogal onrustig: de Nationalisten worden al brutaler en de Aussies treden absoluut niet op. We beleven hier de idiootste toestanden. Alles wordt geblokkeerd, de voedselvoorziening is moeilijk, in vele toko's kun je niet terecht. Onze positie wordt al moeilijker. De vraag komt op: in hoeverre zal er straks nog plaats voor ons zijn in het zendingswerk en in de inheemse kerken. De zorg voor de wijk heb ik nu gedeeld met Jan Diekerhof. Mocht ik weggaan, dan neemt hij het geheel over.

 

Vrijdag 2 november 1945

Wat is het een wonder, ieder dag weer te mogen leven, en zoveel te mogen ontvangen van God. We zijn zo gelukkig samen, en we willen samen proberen God beter te dienen en Hem meer lief te hebben. Hij zal ons zeker leren bidden, leren kind te zijn. Het is zo nodig, iedere dag rustig de tijd te hebben om naar Hem te luisteren, en dit is iets, waar je steeds voor vechten moet; er is zoveel afleiding, zoveel visite, zoveel werk, enz. Maar de tijd voor gebed is nummer 1 en moet dat blijven, want zonder Hem kunnen we niets doen.

 

Zaterdag 3 november 1945

Vandaag is besloten, dat ik aanstaande maandag (na de verjaardag van Lucie) een paar dagen zal worden opgenomen in het militair hospitaal. Ik heb al tijden lang, eigenlijk vanaf Bolong, last van mijn buik, dikwijls buikpijn en een beetje  diarrhee, vaak ook een slap, vervelend gevoel. Er is op het ogenblik een bepaalde obat[xiv], die veel voor dysenterie gebruikt, en misschien helpen kan. Maar dr Julius wil het alleen geven als ik kom, en absolute rust neem. We zullen het maar proberen, en ik geloof, dat God dit zegenen zal.

 

Dinsdag 6 november 1945

Gisteren opgenomen in het militair hospitaal, onmiddellijk begonnen met laxeren op nuchtere maag en pas 's avonds eten gekregen. Of het me smaakte. Ik had zondag, Lucie's verjaardag, nogal heel wat buikpijn gehad, wat me temeer overtuigde van de noodzakelijkheid, het ziekenhuis in te gaan. Ik kreeg een plaats op de dysenterie-afdeling, samen met Pastoor M.J. van Stiphout en Freek Kamma. Ik begon onmiddellijk met 3 x 8 sulphaguanidine tabletten, een obat die je aanpakt.  Ik voelde me de eerste dagen erg moe en slap, en sliep erg veel. Ik had bedrust voorgeschreven gekregen. - Ik had o.a. het boek van Andrew Murray "With Christ in the school of prayer" meegenomen. Ik ontvang daarvan veel zegen. Het is een bijzonder mooi boek. Verder lees ik veel in de bijbel; ook lees ik G�sta Berling van Selma Lagerl�f, zeer goed geschreven, al hoewel de figuur van G�sta Berling me toch niet bevalt op den duur, hij is te fel, te brutaal in zijn zonde, niet diep genoeg in zijn bekering, en vergooit tenslotte heel zijn leven.

 

Vrijdag 9 november 1945

Gisteren en vandaag goed normale ontlasting. Dr Julius is vandaag opgehouden met de sulphaguanidine. Er is bericht gekomen van Plas aan Piet Hoekstra via Koepang: Waingapoe ligt plat, Pajeti schijnt ongedeerd; contact met West Soemba is voorlopig onmogelijk; er is veel ziekte onder de paarden (miltvuur); er zijn doden te betreuren. Hij verzoekt Piet Hoekstra, Krijger en Jelle Berg over te komen; voor Mobach en mij kreeg hij nog geen toestemming. - Dus is het nog niet mijn tijd, dat is hieruit duidelijk, temeer daar ik nu in het ziekenhuis ben en nog niet beter. God heeft mij daar niet nodig en hier dus wel; Hij geeft me nog meer voorbereiding, en wil mij leren om anderen uitnemender te achten dan mijzelf. Dat moet ik nog leren; en overigens wachten wat verder de weg is die God me wijst. Tot nu toe ben ik duidelijk verhinderd om naar Soemba te gaan. Of het nog niet de tijd is of is het niet de weg voor mij? Ik ben benieuwd welke weg ik verder geleid zal worden door mijn Vader. Zijn weg is altijd goed.

 

Zondag 11 november 1945

Vandaag wapenstilstandsdag. Nederland alleen heeft al 200.00 doden te betreuren!  Vrijdag gestopt met sulphaguanidine, 's avonds weer buikpijn, vanmorgen diarrhee. Nu heb ik van de dokter Spirozit gekregen, 3 tabletten per dag.

 

Maandag 12 november 1945

Zojuist van Krijger afscheid genomen; hij hoopt overmorgen per boot naar Soemba te vertrekken via Koepang. Het valt me zwaar niet mee te mogen en hem vooruit te moeten laten gaan. Ik was daar zo graag bij geweest. Ik dacht zelfs, dat het zonder mij niet zou kunnen; zonder alle anderen wel, maar niet zonder mij. Ik zou immers aanvankelijk alleen gaan? Mijn hoogmoed was groot. Nu is duidelijk Gods wil dat ik niet mee ga. Hij bindt me hier door ziekte. Krijger wel, misschien Jelle en Wybe ook, maar ik niet. God lere me, als zijn kind gehoorzaam en stil te zijn.

 

Dinsdag 13 november 1945

Spirozit heeft geen goede resultaten; de dokter is er mee opgehouden; en geeft me nu weer  sulphaguanidine, 3 x 6 per dag. Ik ben nu verhuisd naar zaal I; en lig nu naast mijn ongewassen vriend, de Roverhoofdman, Galstaun. Ik zal wat zeep voor hem trachten te krijgen.

 

Maandag 19 november 1945

Ik heb een goede week achter de rug. De obat werkt goed; ik ga er nog geregeld mee door, 3 x 6 per dag. Bovendien krijg ik tweemaal per dag een zak heet water op mijn buik, en ik heb het gevoel, dat het me goed doet. Sedert zaterdag heb ik geen buikpijn meer en werkt alles normaal. Ik doe nu dagelijks een dag Engels met Van Rintel (?). - Ik ontvang zeer veel zegen van het boek van Andrew Murray. Het is zeer goed en laat allerlei kanten zien, die ik zo nog niet gezien had. Ik bid nu iedere nacht als ik wakker word gemaakt; ik vraag iedere avond daarom en tegen de morgen word ik dan wakker om 4, 5, of 6 uur. Dan is het nog rustig op de zaal en kan ik nog ongestoord bidden. Bidden is heerlijk, maar moeilijk, omdat het zo eenvoudig is, en wij niet eenvoudig, kinderlijk zijn, en spreken. Ik merk hoe langer hoe meer, dat ik er nog slechts heel weinig van kan en nog veel moet leren. Maar het wordt me ook hoe langer hoe duidelijker dat bidden mijn eerste werk moet zijn. - De Zendingsconsul is gekomen, met Ds Pik voor Nieuw Guinea en Ds Koper voor Sangihe; ze houden hier besprekingen met de lokale Zendingsraad. Jans woont gelukkig de vergaderingen bij. Jammer dat ik niet kan gaan. Maar dat alles moet me telkens weer bescheidenheid leren. Wat is het toch onmogelijk, om nederig te zijn!

 

Dinsdag 20 november 1945

Gisteren door Jans het bericht bevestigt dat ik vroeger al gehoord had, namelijk dat er een scheiding in de Gereformeerde kerken in Nederland dreigde, of reeds had plaats gehad. Hoe is het mogelijk, dat je daar over denkt in deze tijd, na deze oorlog? Ik voel me beschaamd, als ik denk aan de vragende blikken van vrienden, met wie ik over eenheid heb gesproken, en met wie ik daarom heb gebeden. 't Is moeilijk van zo'n kerk lid te zijn en voorganger. Mede schuld te dragen en zelf mee verantwoordelijk te zijn. Hoe is het mogelijk? Maar dit is precies het omgekeerde, professor Schilder, van wat u doen moet. We moeten ophouden met scheiden waar geen eind aan komt. We moeten de utopie van de zuivere kerk en de zuivere leer verwisselen met de zondige realiteit, dat we er maar een heel klein beetje van zien en doen. Wie heeft die dwaasheid toch in de wereld gebracht? Niet dat we er niet naar moeten grijpen, altijd weer, natuurlijk, maar niet dat we ooit heiligen worden of een kerk van heiligen stichten kunnen. Christus is de scheidslijn, Hij alleen, voor of tegen Hem, daarom gaat de strijd nu, en laten we door versplintering de krachten nog niet meer verkleinen. We verspillen de korte tijd van ons leven en ons weinige geld, met redetwisten, terwijl de wereld ons blijmoedig getuigenis nodig heeft en onze zelfverloochening en ons gemeenschappelijk gebed. Laat ons liever knielen dan twisten en God om genader bidden, dat Hij ons nog gebruiken wil als zijn getuigen. Europa in puin, Azi� in gisting, en voor dat alles de enige uitweg, de weg die Jezus Christus heet, voor deze verloren wereld. Maar Java zal, volgens Mr de Niet, 2 mannen (S.L. Bakker en S.U. Zuidema) zenden om tegen de scheiding te getuigen. Hij vroeg ons voor Soemba ook ��n te zenden. Men noemde onze naam. God weet het, waarheen we gaan zullen. God moet het maar weten, ik wil gaan waarheen Hij me zendt en tot elk werk. Ik heb maar ��n gebed: dat Hij het me duidelijk zeggen wil wat Zijn wil is. Zo is in deze maanden alles al door mijn hoofd gegaan: Soemba, Australi�, nu Holland. Laat God het nu maar zeggen.

 

Woensdag 28 november 1945

Gisteren de eerste volledige brieven uit Holland, ook van Berkel, allen behouden! Het is een wonder van Gods goedheid en genade en een bijzondere gebedsverhoring. Ze verlangen allen erg naar ons en wij naar hen. Dat heeft me gisterenavond met de zaak van de scheuring uren bezig gehouden. Ik had beloofd aan God de leiding over te laten, maar nu was ik weer bezig met plannen maken, uitspraak van de Algemene Vergadering vragen, dr Julius om advies vragen, enz, en zo was ik bezig zelf de weg te banen naar Holland! Althans de zaak toe te spitsen. En bidden ging niet; ik ontving niet de rust tot overgave en concentratie, en dacht onder het bidden alleen maar aan mijn eigen plannen. Ik kwam niet tot rust, en hoorde de klok van half een. Om 4 uur werd ik wakker en kon geruime tijd weer niet in slaap komen. Toen werd het me duidelijk gemaakt op eens, hoe ik bezig was met mijn plannen te forceren; dat ik ongeduldig was en niet vertrouwde, dat het mis was! Ik heb me bekeerd en vergeving gevraagd: laat God er maar voor zorgen; Hij zal mijn weg bepalen hetzij naar Soemba of naar Holland; Hij zal ook mijn standplaats daar vaststellen, hetzij Oost of West. Het is toch alleen goed als Hij het bepaalt!

Piet Klapwijk schreef uitvoerig over de scheuring in de Gereformeerde Kerken i.v.m. de verbondsbeschouwing en veronderstelde wedergeboorte; er zijn 120 predikanten en 180 gemeenten uitgetreden ter "reformatie" onder Schilder en Greijdanus; de gemeente te Groningen is al in twee�n gedeeld, ze hebben een eigen opleiding te Kampen onder Schilder, Greijdanus, Deddens en anderen. Er zijn nog een grote groep bezwaarden, die (misschien) nog niet zijn uitgetreden.

Vanmiddag kwam Henny[14] met berichten van Lambooy. Die schrijft, dat er ruim 600.000 gulden is, en er 3 predikanten komen behalve hijzelf. Ziedaar het antwoord op mijn gebed, nu al. De weg naar Holland is open! Den Here zij dank!

 

Donderdag 29 november 1945

De dokter kwam vanmorgen de ziekenzaal binnen, teroes naar mijn bed, en begon over afkeuring te praten. Ik vertelde hem toen over gaan naar Holland. Hij zal de zaak met dr Chattelin (die me goedkeurde) bespreken, en trachten op medische indicaties me een attest naar Holland te geven. Zo verhoort God gebeden! 't Is een wonder van Zijn gunst, 't is heerlijk. En ik weet nu heel zeker dat alles goed geregeld zal worden en dat we spoedig naar Holland zullen kunnen. Bertold Gramberg kwam juist afscheid nemen; hij gaat vanmiddag per vliegtuig naar Batavia en vandaar naar Holland. 'k Hoop hem daar spoedig te mogen ontmoeten.

 

Maandag 3 december 1945

Vorige week gedurende 5 dagen vitamine C injecties gehad, en sedert C tabletten 3 per dag. 't Gaat goed op het ogenblik.

 

Vrijdag 7 december 1945

Volkomen onverwacht een inzinking gehad; de dokter acht het een functionele afwijking te zijn, hetzij van de maag hetzij van de ingewanden. Dagen heb ik getwijfeld, maar nu heb ik opnieuw de overtuiging gekregen dat ik in Gods weg ben en moet vasthouden in het geloof, dat Hij machtig is mij te genezen, ook al zeggen mensen, dat het "chronis" is.  Eergisteren heb ik voor het eerst een kalkinjectie gehad, die me in 1941 zo geholpen hebben, en sedert vanmorgen pancreas-poeder 3 x half afgestreken theelepel en een drankje na het eten. Ik wil trachten gelovig te wachten, dat geeft me rust.

 

Vrijdag 14 december 1945

Vandaag eindelijk aanzegging gekregen van de dokter, dat ik morgen vroeg ontslagen wordt. Sedert ik die pancreas-poeder heb gehad, is mijn ontlasting normaal, maar mijn algemeen gevoel in mijn buik blijft ondefinieerbaar ellendig en verslappend. In het begin van de week zei de dokter, dat het wachten alleen was op het antwoord van dr K�ndig over mijn ziektestaat; of Australi� �f Holland. Toen heb ik vele malen een strijd moeten voeren, om nu niet vertrek te forceren. Vooral omdat Lucie en Jans duidelijk gingen verlangen dat ik terug kwam; ik zelf verlangde ook. Maar, vanaf het begin was mijn weg hier bepaald door God, en ik bad om Zijn licht, en Zijn leiding, dat Hij zou bepalen, wanneer het goede ogenblijk er was. Immers, waar zou ik hem meer dienen, hier of thuis? Dat weet Hij alleen. Ik heb te dikwijls al mijn eigen weg willen bepalen. Maar het eist vertrouwen, dat God machtig en willend is, de dokter e.a. zo te leiden, dat alles komt zonder onze (eigenwijze) inmenging. Iedere nacht opnieuw kreeg ik de overtuiging dat ik wachten moest! En nu is 't dan gekomen. 't Is zo heerlijk weer naar huis te mogen gaan, en dit vooral in de overtuiging, dat dit Gods weg, ook nu, dat ik (als ik gehoorzaam blijf) Hem nu verder dienen mag. Alleen zo heb ik volle vrede. Vandaag krijg ik mijn laatste (vijfde) kalkinjectie.

Gisteren kreeg ik het Synodale rapport 1943 over de kwestie Goossens. Ik zie nu duidelijk, hoeveel fouten wij (ik) gemaakt hebben. Als je all��n het rapport kent, krijg je de indruk, dat Goossens minstens zo gelijk had als wij. Ware hij niet doorgehold, dan was hij voor een groot deel in het gelijk gesteld, inderdaad, in de aanpak van de kwestie Umbu Katu en instituering Kananggar hadden we anders, broederlijker, eerlijker moeten handelen. 't Ging erbij van onze kant ook om gekrenkt prestige, ergernis aan zijn persoon en eigenwijze optreden, zijn ontzettende hoogmoed en onafhankelijkheidsgevoel, naast een zeer overtuigd (maar te weinig concreet omschreven) besef, dat hij in het werk volkomen foute instelling had, en zeer goddeloze dingen deed, waarin zijn uitgesproken karakterzwakheden een overgrote rol speelden, namelijk in zijn tucht in de gemeenten, o.a. houding offervlees, zijn houding tegenover de heidenen (cf. optreden in Kananggar tegenover slavernij, belis[xv], standen). Daarop had hij aangepakt moeten worden tijdens de visitatie eind '34 (?), maar toen durfden we nog niet, hoopten op bekering, zagen de gruwelijkheid van de zonde te weinig met "geestelijke" ogen! Dat is onze grote fout, en later brak het verzet uit (als zo dikwijls) op punten, die ten dele een persoonlijke tint hebben.

Als wij nu de Gereformeerden in Holland beschuldigen, dat ze 't zo ver nooit hadden mogen laten komen, dan keert dat op ons eigen hoofd terug. We hadden het in Oost Soemba nooit op een scheiding moeten laten uitlopen! Dat is vrijwel onherstelbaar, en van een ontzaglijke schade vooral in het zendingswerk. Dan was het nog beter geweest, om de zaak voorlopig alleen in zijn handen te laten, hoe moeilijk dat ook ging. Want, waren ze dan geheel van Christus gescheiden geweest? Dat kan niemand beweren! Al had dit enige jaren geduurd (bij voorbeeld tot zijn verlof) dan was die geestelijke schade, veroorzaakt door zijn foute leiding, gemakkelijker uit te wissen geweest, dan de ellende van de huidige breuk, die bovendien ook tegenover de heidenen (inheemsen en Europeanen) zoveel schade heeft veroorzaakt. Bovendien was Goossens dan (indien we dus tijdig gestopt waren) niet in die mate geprovoceerd geworden tot zodanige excessen als nu!

Ook ziet men hieruit, dat niets een geestelijke zaak zo vertroebelt als persoonlijke tegenstellingen. Ze beletten ons voor jaren lang de principi�le kwesties (waar het ook om gaat) in zijn juiste proporties te zien. Daarom moet de persoonlijke verhouding verzorgd en gecultiveerd worden, eventueel zelfs met voorbij zien van kleine of grotere fouten (tenzij het werkelijkheid gaat worden: v��r of tegen Christus!), omdat anders alles kapot gaat, en bovendien niemand door deze tuchtprocedure "bekeerd" wordt. Zulke mensen verhard je voor hun hele leven (zie kwestie van Dijk - Mobach, Lambooy - Krijger; Goossens), 't zijn altijd weer de persoonlijke rotte verhoudingen, die alles en allen bederven, ook het principi�le van de zaak (want die wordt dan van weerszijden opgeblazen!), wat een aaneenschakeling van zonden!

 

Dinsdag 18 december 1945

Zaterdagmorgen ben ik thuis gekomen. 't Is heerlijker dan ik zeggen kan. Ik wist niet, dat ik zoveel in het hospitaal miste. Verrukkelijk om weer Lucie de hele dag mee te maken, en zo heerlijk verzorgd te worden door Jans, je eens echt te laten verwennen, en er dan samen van genieten. Dat dit nog mogelijk is in deze wereld, is een wonder. Dat het nog mag. Want we leven in een vreselijke tijd, waarin het duidelijk is, dat we leven in het laatste der dagen: "en zij bekeerden zich niet". Er is zoveel zonde, op sexueel gebied, gekanker en corruptie, haat en vijandschap, diefstal en stakingen; de geestelijke strijd van de Satan gaat voort, en hij wil zijn prooi (de wereld) niet los laten. Dan kun je niet anders dan bidden: Here Jezus, kom haastig en red ons uit zo groot gevaar. Christelijk leven wordt hoe langer hoe meer: tegen de stroom oproeien, nog niet zozeer uiterlijk, als juist wel innerlijk, je verzetten tegen de ongelovige stroom van de publieke opinie, die leeft naar eigen maatstaf, en inderdaad met God niet rekent! Zo wordt het gebed al meer onontbeerlijk. Het boek van Andrew Murray is toch zo geweldig mooi! Iedere dag en telkens weer krijg je nieuwe gezichtspunten; wonder mooi zijn zijn gedachten over het gebed, dat zijn oorsprong heeft in het gebed van de enige Zoon tot de Vader, en zijn afspiegeling in de positie van Adam in deze schepping. Daarin zijn weer vele vragen duidelijker geworden. Ik wil trachten het boek geheel te vertalen voor Jans; dan kunnen we het nog beter (in het hollands) samen lezen, en zo samen leren bidden.

 

Zondag 23 december 1945

Vandaag is Wybe[15] met Kuna, en Piet Hoekstra[16] per Abraham Crijnssen naar Soemba vertrokken. Het niet-mee-gaan valt mij zwaar, maar 't is duidelijk, dat mijn weg een andere kant uitgaat. In dit alles wordt mijn hoogmoed geoordeeld: God doet het zonder mensen en kan het zonder mij. Dat allereerst. Maar ook zonder de anderen: nu zijn straks Krijger en Wybe er slechts, tegenover 5 pastoors. Maar ook dat weet de Here, en Hij regeert, Hij is almachtig. Hij zelf doet zijn Koninkrijk komen met zijn mensen. Zo lang ik dat in het geloof overlaat, heb ik heerlijke vrede.

Gretha Zigterman[17] is nu bij Jits[18] en Henny. Ze hebben een hele kamer vrij gemaakt. De kinderen bij elkaar gestopt en nu is er plaats. Het is beschamend. Bij ons kon het niet! Ik wist niet dat Tjebbe[19] vooral, maar ook Sien een beetje, zo ego�stisch waren in allerlei dingen, en dat toch zonder het te zien. Ze zien het zeker niet zo duidelijk als wij 't bijvoorbeeld zien. En dat zo' n zonde zo'n grote plaats in je leven kan behouden. Ik denk met schrik aan mezelf. Hoe ben ik werkelijk? In Gods oog? 't Drijft je hoe langer hoe meer tot gebed om reiniging, reiniging van alle zonden.

 

Donderdag 3 januari 1946

Met grote dankbaarheid de jaarwisseling gevierd; wat is er veel gebeurd in 1945: Bodjo, bandjir[xvi] en bombardementen, Bolong, honger en kou, aan de rand van de afgrond, en toch bevrijd! En allen behouden. Hoe vele malen heeft God ons op wonderlijke wijze uitgered! Och, dat ons nieuwe leven in de vrijheid, nu voor Hem mogen zijn! Here, leer ons U dienen.

Nu bijna 3 weken thuis; 't blijft op en neer gaan; een dag of 4-5 goed, en dan weer lichte diarrhee, met een ellendig gevoel in mijn buik; met het brooddieet gaat het wel veel beter. Helaas vorige week met Kerstmis wat kou gevat, keelpijn, Lucie idem, een paar dagen hoofdzakelijk op bed doorgebracht. 't Regent deze dagen ontzettend. Gisteren opnieuw kou en flinke diarrhee. Zo schiet ik nog niet zo erg veel op.

De kerkelijk kwestie is een hele zorg. Het laat je gedachten niet los. Zo gezien, zie ik op tegen Holland, en zie toch ook geen andere weg. Wat moet ik straks doen? De hele zaak maakt een droevige indruk, de houding van de Synode het meest. Onverdraaglijk is voor me de gedachte, op deze wijze niet naar Soemba te mogen terugkeren. Soms denk ik: waarom de rest van mijn leven verprutst temidden van zo ongeestelijk gedoe, met zoveel bekrompen�heid, die me zo tegenstaat. Maar 't is tenslotte geen spelletje. 't Gaat toch om Gods wil en Gods weg, en waar ligt die voor mij? 't Is alles zo duister en moeilijk.

 

Zaterdag 12 januari 1946

We hebben vandaag feest: gisteren heeft Lucie's kip 5 kuikens gekregen; en dan moet je toch feest houden, net als die man die zijn schaapje terug vond? De gedachte was volkomen juist, dus hebben we de kamer versierd en bloemen gesneden, en gewandeld en in een tiga-roda[xvii] gezeten. 't Is een schat. Het is voor ons zo met haar en samen iedere dag feest.

Vorige week er nog een fikse malaria bij gekregen. Slapen gaat de laatste tijd veel minder. Ik kan nog weinig of niets doen.

 

Zaterdag 19 januari 1946

Woensdag j.l. ben ik naar dr K�ndig gegaan, om te vragen, hoe het met mijn ziekterapport stond. Het bleek, dat hij nog steeds niets had ontvangen. De administratie van het militair hospitaal klopt dus wel! Hij vroeg me, wat er in het rapport van dr Julius stond, en ik vertelde hem daarover, en over mijn gesukkel in de laatste maanden. Zijn antwoord was: "'t is beter dat u naar Holland gaat; daar bent u waarschijnlijk eerder dan in Australi�. Ik zal het militair hospitaal opbellen, dat ze uw stukken klaar maken voor Holland." Was het niet een wondere gebedsverhoring. Ik dankte hem hartelijk, en liep dankend aan God de deur uit. God is een Hoorder der gebeden.

Wij hebben heerlijke dagen met elkander. De Here zegent ons bijzonder. Het is heerlijk met Lucie samen te lezen of te wandelen. Gisteren zijn we bij de zee geweest, toen het geweldig stormde, en 's middags met zijn drie�n, toen sloeg de zee al over de strandweg heen. Dat blijkt ook Japans maaksel: misbaksel te zijn; vroeger was het daar veel breder. Met Jans doe ik samen Engels, en we lezen het excerpt van Stanley Jones "The Christ on every road". Gisteren is Lucie bij ons in de slaapkamer gekomen; er komt hier nog een dame met een kind bij; ze komt in de kamer van Lucie en Ben[20]. Vanmorgen kocht ik in een klein tokotje[xviii] na enige aarzeling een Engels woordenboek compleet 40 gulden! De prijzen zijn hier ontzettend en stijgen nog steeds. Dus dat zal wel op inflatie uitlopen, tenzij er veel meer aanvoer van goederen komt!

 

Zaterdag 2 februari 1946

De tijd gaat vrij vlug; een week is zo om. Iedere dag is opnieuw een genot om met zijn drie�n samen te zijn. We genieten er dan ook echt van. Ik ben genoodzaakt om werkelijk niets te doen. Daar word ik telkens aan herinnerd, en langzamerhand begin ik het te leren. Het enige, wat ik doe, is elke dag een stuk vertalen uit het boek van Murray, en enkele brieven schrijven, vooral naar Soemba. En verder lezen en wandelen met Lucie, en soms lezen met Jans. En zo is de dag telkens om voordat je 't weet. Ik bid nog zo geregeld mogelijk iedere morgen voor de gemeentes op Soemba. Het gaat iets beter met me. Vorige week ben ik weer voor het eerst naar de kerk geweest. De moeheid is ook iets beter. We zijn nu definitief ingeschreven voor groep C naar Holland (ziekteverlof van 6 maanden tot 1 jaar). Maar er is geen enkele zekerheid omtrent de datum van vertrek. Morgen hopen Lou[21] en Wieke en Jelle[22] en Ep naar Soemba te vertrekken, met Ko Vellinga[23], ze laten 6 kinderen achter om naar Holland te gaan.

 

Zaterdag 2 maart 1946

Batavia

Een maand is verstreken, in het algemeen een zeer onrustige maand. Er was in de week van 2-9 februari allerlei gerucht in Makassar van een boot die ons naar Holland brengen zou. De geruchten waren zo hardnekkig, dat wij ons toch maar gingen klaar maken, Hollandse kleren kopen, wat koffie en thee, enz. Vrijdag kregen we 't definitief bericht: zaterdag 9 maart vertrek met de "Tegelberg", om 5 uur 's morgens klaar staan. Dat werd op het laatste moment toch nog een run, om hier en daar afscheid te nemen. Zaterdag om 5 uur in de regen naar de haven, niemand hielp ons met de barang, een hele sjouw. Ik was dood op; voordat we aan boord waren, begon ik over te geven, en een geweldige buikpijn en diarrhee, waarschijnlijk van de zenuwen en vermoeidheid. Ik kwam zo geradbraakt aan boord, dat ik - door de vriendelijkheid van dr Pont - teroes[xix] werd opgenomen in het hospitaal. Na een paar dagen rust was het weer over; intussen waren we in Batavia aangekomen. Ineens kwam het ongeluksbericht, dat ieder, wiens kinderen nog geen mazelen gehad hadden, van boord moesten. Met de voorgaande boten waren nogal wat ongelukken gebeurd: een kwaadaardige vorm van mazelen, veel sterfgevallen, en bovendien bij de overgang naar het Hollandse klimaat nog vele sterfgevallen. Het was een reuze teleurstelling; we werden ondergebracht door de Ropwi[24] in zogenaamde doorgangshuizen, Laan Trivalli 23 en 39, het een voor de mannen, het ander voor de vrouwen en kinderen. Ik was een moment toch z� kwaad, dat we weer gescheiden werden (evenals aan boord!). Na een paar dagen kwamen we toch tot het inzicht, dat het zo beter was! Allereerst voor Lucie, die nog flink kinkhoest had en slap is. Maar dan hebben we hier ook veel geleerd. Door de gesprekken met ds Verkuyl[25] en de literatuur die hij gaf, kregen we een beter inzicht in de politieke situatie hier; we hoorden ook meer over het lijden en de ellende hier zowel tijdens de Jap als nu ook; we ontmoetten verschillende nieuwe en oude vrienden, familie Koekendijk, Ubels, Mevrouw Keuchenius, ds K�neman (Missionary Alliance), en wat wel het fijnste was: Piet Lambooij[26] en Piet van Berge[27] hebben we hier enige dagen, meegemaakt, en zo veel gehoord van Holland, en veel verteld van Oost en Midden Soemba. 't Was of ik nu ten volle mijn werk kon overdragen! Ja, de weg die God leidt, is altijd de beste, en 't is weer goed, zodra (zo lang) we dat erkennen.

 

Maandag 7 april 1946

De ongeregeldheid van het leven hier en van de behuizing werkt alle geregelde arbeid zeer tegen. Ik verlang hard naar een eigen home, met een tafel om te werken, en de mogelijkheid je leven enigermate te kunnen ordenen. Dat zal overigens nog wel even duren. Ook in Holland is een eigen huis voorlopig nog een vrome wens, terwijl het toch voor de samenhang van het gezin en eigen zielsrust zo bitter nodig is.

De tijd hier in Batavia vervliegt voor een groot deel, doordat verwachtingen ten aanzien van spoedig vertrek naar Holland telkens weer gewekt en daarna weer snel vermoord worden. Het wachten was eerst op het opheffen van de mazelen restrictie tussen 15 maart en 1 april, of op het serum, dat dr Smits�kamp zou meebrengen. Maar toen deze eind maart terug kwam, en de restrictie (stilletjes) werd opgeheven, bleek er geen bootgelegenheid te zijn, werden we een groepje onder duizenden, er zo werd de verwachting "nu eindelijk te zullen mogen vertrekken" toch weer de bodem in geslagen. Na iedere teleurstelling gevoel je temeer, hoe al dit wachten je verveelt. Tenslotte hebben we 4 april "toezegging" van dr Smitskamp gekregen, dat we - als hele groep onder de A prioriteit vallende - binnen een maand zullen vertrekken. Dus hopen we opnieuw op eind april. Het bleek, dat men ons "geboekt" had voor de 3e boot die na 4 april vertrekken zou. Alleen maar er zijn geen boten.

Overigens ontbreekt het niet aan evenementen. Allereerst: een week na het vertrek van Lambooij - van Berge stonden ineens Lo Krijger en goeroe Piry voor onze neus. Door de brieven van Piry's vrouw, geweend (?) omdat de teleurstelling dat de eenheid van Oost Soemba geforceerd en dus niet bestendig was. Een bittere teleurstelling, reden om ernstig voort te gaan met het gebed, met name ook om de bekering van Goossens, die er alles op zet om met Kapenga te komen. Overigens hebben we van deze ontmoeting, vooral met Piry, genoten!

Midden maart kreeg Jans een lelijke infectie aan haar ringvinger (rechterhand), haar ring moest er af, 't zag er smerig uit, ze kreeg een lading Prontonil, die haar honds ziek maakte gedurende enige dagen. Ze kon op de zaal (met 6 andere families!) niet blijven liggen, kreeg door de vriendelijkheid van mevrouw Kopstein een klein kamertje met een bed ook voor mij, zodat ik voor haar zorgen kon. Ik woon nu op nummer 39 (behalve baden en middagrust). Enkele andere gezinnen volgden dit voorbeeld, niet tegenstaande het feit, dat het kantoor op 41 een desbetreffend verzoek had afgewezen. Even daarvoor hadden we, n.a.v. onze klachten over de huisvesting, van het hoofdkamp Tjideng (mevrouw Nanning) een aanbod gekregen om een huisje te betrekken in het kamp; het lag echter zo vlak tegen de kampong en moest nog geheel worden ingericht, dat we daar teveel tegen op zagen. Verder was er nog een en ander op de "Atoom"-pasar in te kopen, dat ook veel tijd kost. Zo gaat de tijd wel om, maar je hebt het onbevredigend gevoel, dat het maar matig-goed, althans niet naar je eigen wensen, besteed is.

Gisterenavond bij Verkuyl een samenspreking bijgewoond met de heer Meyerink en Mr J. Van Andel, ook waren aanwezig de heer Jaap Ozinga, Dr Wiersema, Mr Wim de Vries. Het was zeer interessant, maar wond me nogal op en herinnerde me er aan, dat ik helaas nu nog niet aan de strijd mag deelnemen.

 

Donderdag Hemelvaartsdag 30-5-1946 (in potlood)

Aan boord m.s. Tegelberg. Na veel teleurstellingen is toch het ogenblik gekomen dat we vertrekken mochten. We durfden het haast niet geloven of schrijven naar huis. Dinsdag voor een week, 21 mei, zijn we aan boord gekomen, Jans en Lucie in ruim F5, en ik in een hoekje van H1. Een week geleden zijn we vertrokken, en we schieten al flink op, al hebben we hevige tegenwind. Zondag preekte Ds G. Van de Weg (Protestantenbond), vandaag ik (Handelingen 1: 11), de eerste keer na de bevrijding dat ik weer mocht preken! De Here heeft me daarbij bijzonder gezegend. Met Pinksteren hoop ik D.V. weer te preken. Daar de boot nogal schommelt ga ik nu eindigen.

Terug naar de vorige pagina



[1] Kampcommandant?

[2] Achter de persoonsnamen die niet goed ontcijferd konden worden staat (?)

[3] Dr H.G. Schulte Northolt

[4] Dr Jelle Berg, zendingsarts op Soemba

[5] Dr Louis Onvlee, cultureel antropoloog en taalgeleerde op Soemba, uitgezonden door het Nederlands Bijbel Genootschap

[6] Ds Wybe van Dijk, zendingspredikant op Soemba

[7] Henny van den Brink?

[8] Van Zwieten?

[9] Bets Erkelens

[10] Jan Brokken

[11] Beroemd christelijk sociaal hervormer en schrijver in Japan (1888-1960)

[12] uit Nederland

[13] Onderwijs en Eredienst

[14] Bergema?

[15] Wybe van Dijk (zendingspredikant op Soemba) en zijn vrouw Kuna.

[16] Veearts in dienst van het gouvernement op Soemba.

[17] Zendingsverpleegster op Soemba

[18] Jits en Henny ????

[19] Tjebbe Mobach (zendingsonderwijzer op Soemba) en zijn vrouw Sien

[20] zoon van Tjebbe en Sien Mobach

[21] Dr Louis Onvlee en zijn vrouw Wieke Onvlee-Miedema

[22] Dr Jelle Berg en zijn vrouw Eppie Berg-Miedema

[23] zendingsverpleegster op Soemba

[24] ???

[25] Dr J. Verkuyl, later hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam

[26] zendingspredikant?

[27] zendingspredikant?



Maleise/Indonesische termen:

[i] kapal terbang = vliegtuigen

[ii] oebi = zoete aardappel

[iii] barang = bagage/spullen

[iv] pasanggrahan = diensthotelletje

[v] pikoel = sjouwen (over de schouder dragen)

[vi] heran sekali = zeer verbazend!

[vii] tjawat = lendendoek

[viii] klamboe = muskietennet

[ix] kain = doek (waarschijnlijk doek waaronder hij sliep)

[x] kota = stad

[xi] djongos = (mannelijke) bediende

[xii] Kemah Indjil = Tent van het Evangelie

[xiii] maloe = verlegen

[xiv] obat = medicijn

[xv] belis = bruidsschat

[xvi] bandjir = overstroming

[xvii] tiga-roda = fietstaxi (driewieler)

[xviii] toko = winkel

[xix] teroes = rechtstreeks