Home Contact Sitemap familieboom
Hoofdpersonen:
Meer informatie

   

 

 

 

 

 Luijendijk - Lucia Maria (1940-2002)

Toespraak van Eppie Berg-Miedema ter gelegenheid van het huwelijk van Lucie en Gerard op 21 juli 1967

4 November 1940 heeft Oom Jelle je gehaald in Waingapu in het huis van ds en mevr Wielenga. Ik weet nog hoe Oom straalde toen hij ons in Waikabubak over "dat schattige kleine ding" vertelde en je hebt dat speciale plaatsje gehouden.

In het kamp hadden we al 't gevoel dat Lucie en beetje bij ons hoorde en toen je 12 jaar was kwam je, van Sumba naar Holland, bij ons thuis. Vader en moeder gingen terug in 1952[1]. Het was een heel waagstuk Lucie uit de wereld waar alles anders was, waar je alleen met vader en moeder woonde in ons grote gezin te komen en dat betekende meedoen. Want onze kinderen zeiden wat ze dachten:

-         "Wat idioot ze wil geen thee"
-         "Wie lust er nou geen koffie"
-         "Ze wil alleen limonade en dan rode!"

Tussen een aantal slordig weggemikte fietsen stond de fiets van Lucie en die glom. De rest proestte als Lucie poetste, maar ze stoorde er zich niet aan, wist het veilige midden te houden en haar fiets stond met standaardje keurig rechtop in de garage - en werd met respect behandeld.

Later kwamen er nog 3 Van Berge kinderen de wanorde vergroten, ieder had critiek op de ander en vaak werd er partij getrokken, maar van Lucie wist je niet aan welke kant ze stond, dat leerde je langzamerhand, want haar zwijgen was vaak sprekender dan al het gepraat van de anderen.

Al was ze dus heel anders ze viel nooit uit de toon - ja toch - een paar keer in 't jaar als de rapporten mee naar huis werden genomen. De spanning was er al dagen. Lucie lachte maar eens als de anderen benauwd keken en dan kwamen ze naar huis met de lijsten met cijfers die zoveel betekenen voor kinderen en vaders en moeders. Zo'n dag en nog dagen daarna pronkte Oom Jelle met Lucie's rapport en onze kinderen, die zich niet gauw van de voorgrond lieten dringen gaven Lucie dan ruim baan - hun eigen rapport en cijfers konden een beetje weggestopt achter de mooie lijst van Lucie en allemaal waren ze trots op "onze" prestatie in dat rapport.

Onvermijdelijk was er elk jaar een verjaardag, dan moesten er wel vriendinnen komen en een avondje georganiseerd worden. Arme Lucie, wat had ze het dan benauwd en wat was ze dankbaar als Anneke het gesprek gaande hield en de vrolijke toon aanbracht.

In die jaren waren er 8 meisjes in ons huis en dat gaf allerlei liefdesperikelen. Dan werd deze, dan die jonge held, die zich binnen de vesting waagde, bespot.

Op een goede dag kondigde Lucie ook aan dat ze Pinkstermaandag met een vriendje zou gaan fietsen, de hele dag. Ze was zo verstandig geweest de afspraak te maken vroeg te vertrekken (alles sliep dan nog in huis). Hij zou haar komen halen. Maar dat wilden de anderen niet missen. Lucie en een vriendje - het was de moeite waard daar vroeg voor op te staan. Toen Lucie 's morgens, schijnbaar rustig beneden kwam om te ontbijten, hield ik met moeite de meisjes boven in bedwang, ze wilden beslist naar beneden om "hem" te zien. Gelukkig voor die arme jongen hebben ze zich beperkt tot zover mogelijk uit het raam te hangen, waardoor ze alleen wisten te vertellen dat hij hele grote voeten had en ongepoetste schoenen! - hij kwam nooit terug!!

In later jaren kwamen de getrouwde kinderen met hun babies logeren en tante Lucie had een goede pers. Ik weet nog dat Anneke zei: "Nota bene ik sloof me uit voor dat kind en hij is dol op Lucie."

Van al die jaren dat Lucie deel uitmaakte van ons gezin kan ik me niet herinneren dat ��n van ons ooit het gevoel had "ze hoort er toch niet bij", wel "ze is anders". Hoe zo'n kind en later het grote meisje dat zelf ervaren heeft, weet je niet. Ze zei moeilijk spontaan wat ze dacht - de enige critiek die ze uitte over een gesprek of een gezegde was "Niet logisch". - dat was belangrijk!, misschien t� belangrijk voor Lucie. In ons gezin ontbrak dat vaak, die juiste redenering - in ons wereldje waren er verzinsels en dromen, ze lieten hun verbeelding gaan. Zo - lieve Lucie, heb je met al je logica, die oorzaak en gevolg zocht, bij ons vaak in de lucht gegrepen en daardoor misschien zonder dat wij het bedoelden of jij het wilde heeft het spelelement een plaats in je leven gekregen. Er zullen wel veel frustraties geweest zijn, maar we hebben onbewust ze misschien op kunnen vangen door je het gevoel te geven "hier is jouw thuis" - "hier is de liefde die je nodig hebt om straks volwassen de maatschappij in te gaan".

Je werd volwassen Lucie, je vader en moeder kwamen terug, en Gerard kwam.

Wij raakten dus op de achtergrond, gelukkig, want je kreeg een eigen thuis dat niet te vervangen is en nu - je eigen man.

Maar van ons gezin in Boskoop en Emmen blijf je, in onze herinnering, een deel en in ons aller hart houd je dat plaatsje lieve Lucie.

Wij kijken nu niet meer met bewondering naar je rapport, maar hopen straks je artsdiploma te bewonderen en zeggen dan nog eens in koor "Wat is die Lucie van ons toch knap!


[1] Moet zijn 1953 (GHD)