Home Contact Sitemap familieboom
Terug naar de vorige pagina
  Herinneringen aan Lucie Dulfer - Luijendijk
Meer informatie
Lenie Hartzema - Klapwijk
(nicht)

VAKANTIE IN BERKEL

Eerlijk gezegd weet ik niet eens of Lucie vaker dan een keer bij ons gelogeerd heeft in de zomervakantie. Dat komt waarschijnlijk omdat we elke zomer met dezelfde dingen bezig waren: werken in de tuin, vissen en lezen (Lucie kon echt verloren zijn in een boek). Huishoudelijk werk was aan mij en volgens mij ook aan Lucie niet besteed. Gaan jullie maar in de tuin helpen, zei mijn moeder dan.

Lucie verzorgt chrysanthen van Oom Jas (augustus 1955)

Het werk in de tuin bestond in de vakantie voor een groot deel uit het verpakken van perziken. Mijn vader plukte ze (dat vertrouwde hij aan niemand toe) en wij als meisjes pakten ze stuk voor stuk in een soort rozetje en legden ze voorzichtig in een kistje met houtwol. Daaroverheen kwam cellofaan, wat aan de zijkanten van het kistje vastgeplakt werd met stijfsel.

  

 Perziken inpakken aan de 'tram'
achter: Wim de Gelder (later getrouwd met oudste dochter Annie)
voor: jongste dochter Mieke, dochter Lenie, Lucie Luijendijk, Wim Klapwijk (zoon van Piet Klapwijk en Sjoer)

Lucie draaide in zo'n periode helemaal met ons gezin mee. Ik weet eigenlijk niet hoe ze dat ervaren heeft. We waren met z'n tienen en er moest gewerkt worden. Natuurlijk waren we ook vaak vrij, vooral omdat mijn vader een heel lieve man was. Als we graag 's middags iets anders wilden, was dat nooit een probleem.

Wat Lucie heel vervelend vond, was de verplichting om op familiebezoek te gaan. Haar ouders zaten al die tijd in Indonesie en van Lucie werd verwacht dat ze hen vertegenwoordigde bij de familie. Dus moest ze de ooms en tantes in Berkel gaan bezoeken. Vreselijk vond ze dat! Begrijpelijk: Ze had niets met die mensen. Ze klaagde dan haar nood bij mij en ze werd echt verontwaardigd als ik zei dat ik nooit bij sommige ooms en tantes kwam. En zij moest wel. Om het wat makkelijker te maken ging ik dan maar mee.

Als ik nu op die tijd terugkijk, krijg ik sterk het gevoel dat we heel weinig van elkaar wisten. We waren ook niet zo'n praatfamilie. En ik was zelf een nogal naief kind, dat niet zo over de dingen nadacht. Eerlijk gezegd keek ik wel een beetje tegen Lucie op, ook al was ze jonger. Zij zat namelijk op het gymnasium en wij als Klapwijkkinderen gingen allemaal naar de ULO, al konden de meesten van ons wel goed leren. Ik herinner me nog dat Lucie een keer zei: "Ik heb nu op school geleerd dat je de 'c' van Cicero niet moet uitspreken als een 's' maar als een 'k'." Ik vond het toch wel indrukwekkend dat ik zo'n geleerde nicht had.

Wij vonden Lucie altijd meer een Luyendijk dan een Klapwijk, maar toch ontdekten we bij haar ook Klapwijkkenmerken. Op latere leeftijd bleek dat natuurlijk duidelijk uit haar witte haar, maar ook als kind waren er van die kleinigheden. Zo ontdekten we op een gegeven ogenblik dat Lucie en ik allebei een gleufje hadden aan de onderkant van de neus en bovendien een streep op de bovenkant van de arm, een eindje onder de elleboog. Toen bleek ons dat ook anderen in ons gezin dat hadden, maar andere kinderen niet. Waar je als kind allemaal mee bezig bent, he?

Verder herinner ik me nog een voorvalletje: Lucie had in die tijd een vrij wijde rok van rode badstof. Als ze bij ons was, werden natuurlijk ook haar kleren door mijn moeder gewassen. Je kunt je voorstellen wat een was ze elke week moest doen met 10 kinderen en een man die altijd vuil werk had. Maar ja, Lucie gooide dus haar badstof rok in de wasmand. Ik zie nog hoe mijn moeder hem in het licht hield om hem goed te bekijken ( Lucie was niet in de buurt). Daarna zei ze: "Je kunt wel merken dat Lucie in Indonesie altijd gewend was om heel makkelijk kleren in de was te gooien. En dat moet daar misschien ook wel, want het is er heel erg warm. Maar deze rok ga ik toch echt niet wassen. Ik hang hem netjes in de kast, dan merkt ze er niets van."

 

 Vissen met Lenie Klapwijk in de vaart

 

Lenie Hartzema-Klapwijk

Spakenburg, november 2002

Lenie is een dochter van Jasper Klapwijk, broer van Jans Luijendijk-Klapwijk, en zijn vrouw Ant Vermeer. Lucie logeerde   o.a. in augustus 1955 bij Oom Jas, Tante Ant en hun kinderen.