Home Contact Sitemap familieboom
Hoofdpersonen:
Meer informatie

 

Dank van het Indonesisch Bijbelgenootschap    

 

Luijendijk- Klapwijk 

Vertaalwerk met Onvlee en Umbu Hina Kapita

In de jaren daarna werkte hij met Dr Lou Onvlee aan vertalingen in het Sumbanees van bijbelgedeelten en psalmen en gezangen. Ook kwamen woordenboeken gereed (zie lijst publicaties). In dit vertaalwerk speelde ook Umbu Hina Kapita[1] een grote, deels zelfstandige, rol.

Elke woensdag reed Piet in zijn DAF 66 vanuit Ermelo naar Bennekom, waar Lou en zijn vrouw Wieke woonden, voor overleg en werkbespreking. Thuis deed hij zijn correctiewerk, hield zijn kaartsysteem bij. Lou had grote problemen met het afronden van werkzaamheden. Hij was een enorme perfectionist. Piet ook, maar hij kon als dat nodig was 'een punt zetten'. Zonder de bezoeken en werkkracht van Piet waren een aantal vertaalprojecten nooit klaar gekomen.

Zie stukken en brieven over afsluiting van woordenboek.  

1972: 50 jaar in dienst van de zending

In 1975 (?) kreeg Piet van de Lembaga Alkitab Indonesia, het Indonesisch Bijbelgenootschap, een bijbel met inlegvel als dank voor zijn bijdragen aan, participatie in, en aandacht voor het werk van het Bijbelgenootschap.  

Jans, april 1998: Toen vader een koninklijke onderscheiding kreeg zei hij tegen haar: 'k Heb nooit voor de Koningin gewerkt. Stuur hem maar terug. Moeder bedacht achteraf dat het erg ondankbaar was tegenover GKN/ZWD, die ongetwijfeld veel moeite voor toekenning van deze onderscheiding gedaan hadden.  

In 1991 werd bij het Institut Pendidikan Theologia "Bale Wiyata" in Malang (voor gebruik in eigen kring) een boekje uitgegeven van de hand van J.J.Tomasoa getiteld ' Insan Mengungkap Hati kepada Khaliknya'. Het boekje is opgedragen aan opgedragen aan Pendeta Pieter Johan Luijendijk met de opdracht 'Mengenang sahabatku sepengutusan'. Het boekje bevat een vertaling van gebeden.  

Kritische kijk van Piet en Jans op hun verleden

We hadden geen/onvoldoende contact met de kampongs om ons heen. Achteraf bezien was je toch vaak teveel buitenlander. Toch te weinig gepraat met de 'meisjes'? 't Kwam ook wel door taalprobleem. Jans had wel Soembanese talen geleerd, maar eigenlijk ging alle communicatie in het Maleis. De dagopeningen die Jans hield werden gemaakt door Piet, maar door haar wel in het Soembanees gehouden.

Op opleidingsschool voor guru injil (godsdienstleraren) werd ook Maleis gebruikt. Lager onderwijs was ook in het Maleis. Veel onderwijzers kwamen overigens van Ambon en Savu. O.a. guru Ihalauw.

Achteraf (begin jaren tachtig) zei Piet: "de manier waarop we werkten was veel te Nederlands. Als je hoort hoe de kerk nu werkt; ze kunnen veel meer zelf. Leerlingen van de onderwijsopleiding van Tjebbe Mobach in Payeti gingen naar het bos om nationalistische liederen gezongen. De latere Ds Ratubanju was daar ��n van. Wij wisten het niet."

Wat was de invloed van de Zending op Sumba? Later aanvullen.

Over het blanke koloniale bewind schreef D.K. Wielenga in zijn boek Marapoe (1932) p. 111 de volgende uitspraak van een Soembanese dorpspriester: "De Witte Heer, die de Vlag bewaakt, reeds maanden en jaren lang, heeft een stem, die niet verder doordringt, dan tot aan de poort van zijn erf. Hij spreekt en men gaat heen, want zijn woord is als water dat valt op de veeren van een eend. De eend wordt niet nat en het water dringt niet door. Zoo komt men tot hem en blijft onbewogen, want zijn stem bereikt het oor, maar blijft zonder uitwerking." (voetnoot: met 'de Witte Heer, die de Vlag bewaakt' wordt de Bestuursambtenaar bedoeld.

Blijvende, diepe verbondenheid met Sumba

Dit werk voor Sumba was Piet's lust en leven, een heilige opdracht. Jans leed daar wel eens onder. Ze had graag meer tijd aan andere zaken besteed, zoals op bezoek gaan bij vrienden, kennissen en buren.

Hoe zeer zij beiden verbonden waren met Sumba kwam ook tot uitdrukking in het artikel van Ds J.R. Hommes (Groningen) in het Zendingsblad April 1972 ter herinnering aan hun 50-jarige inzet voor kerk en mensen op Sumba.  

Piet bleef -samen met Jans- verder sterk bij Sumba betrokken. Hij correspondeerde met mensen op Sumba en maakte van tijd tot tijd een lijstje van mensen en zaken waaraan hij in het gebed aandacht wilde geven. Ook vervulde hij samen met Jans een rol in de voorbereiding van uit te zenden medewerkers, zoals ....

Ook voor Jans bleef Sumba/Indonesia een zeer speciale plek op de wereld.Jans antwoordde eens op een vraag vraag van Ds de Jong "Sumba is blijkbaar heel belangrijk voor U" (of zoiets): "Een mens heeft maar ��n hart." (11 februari 1992)

In 2001 at ze nog steeds elke maaltijd van het rode glazen bord dat aan Nees Luijendijk had toebehoord en gebruikte daarbij het (sterk versleten) bestek dat van ....

 

[1] Deze Sumbanese self-made (?) taalgeleerde en cultureel antropoloog ontving in 19... een eredoctoraat van de Vrije Universiteit Amsterdam.