Home Contact Sitemap familieboom
Terug naar de vorige pagina
  Vrouwen in India
Meer informatie

 

Als ik iets moet vertellen over vrouwen en ontwikkeling in India krijg ik regelmatig de vraag of
wij vanuit Europa er wel goed aan doen om onze ideeen daar te brengen, wellicht brengen we de
vrouwen maar extra in de problemen.
Ik kan mij daar natuurlijk van af maken door te antwoorden dat wij het niet zijn maar dat de
indiase vrouwen en mannen zelf hard werken om de positie van vrouwen te verbeteren, waarbij
wij hen kunnen helpen met financien. Maar er is natuurlijk meer aan de hand.
Sinds ongeveer 200 jaar geleden in India het eerste zendingsschooltje voor meisjes werd geopend
wordt er gestreden over de vraag waar het opleiden van meisjes toe dient en vanzelfsprekend
hebben hoe langer hoe meer de vrouwen zelf daar ook een stem in. Heel lang is gezegd dat
vrouwen moeten trouwen, kinderen krijgen en onderdanig zijn aan hun man, en voor velen is dit
nog steeds het enige dat geldt. En nog altijd zijn er discussies over wat hiervan tot de plaatselijke
cultuur behoort en wat gebaseerd is op de bijbel of andere godsdienstige geschriften.
Zendelingen uit Engeland, Duitsland en de Verenigde Staten zijn in India in het begin van 1800
al gauw begonnen met de opleiding van vrouwen en meisjes, aanvankelijk om goede christelijke
vrouwen te hebben voor de jongens op de christelijke scholen. U kunt zich voorstellen dat de
hindoe en moslimgemeenschap hier helemaal niet gelukkig mee waren, en dit is nog vaak het
geval. Scholing van meisjes kon dus ook alleen maar gebeuren omdat de koloniale regering
hieraan meewerkte. Met het lesgeven aan meisjes hielden zich eerst de vrouwen van de
zendingsarbeiders bezig, later kwamen ongetrouwde opgeleide vrouwen uit Europa naar de
scholen. Dit had hen vaak thuis in Engeland bijv. een hele strijd gekost, want ook in de kerken
toen was het zeker niet gewoon om vrouwen als zelfstandige personen uit te sturen. Zij kregen
dus ook nog niet de helft van het salaris van de mannen. Er werden in het Westen meerdere
organisaties opgericht speciaal door en voor vrouwen. Deze vrouwen hadden oog voor de achter
gestelde positie van de vrouwen in India, voor het probleem van de zeer jonge meisjes die
uitgehuwelijkt werden, van de bruidschat, van de verbranding van weduwen. Op deze christelijke
scholen werden de vrouwen opgeleid die later hun plaats innamen in de indiase maatschappij en
de kerken. De vrouwen in India zelf zijn zeer goed instaat te strijden voor hun rechten. En dan
zijn er heel wat vooroordelen te bestrijden in de maatschappij en in de kerk. Vaak wordt alles
afgedaan door de tegenstanders met het het argument dat dit toch maar westerse ideeen zijn en
dus tegen de eigen hindoe of moslim traditie en cultuur en dus verboden. Vanzelfsprekend zijn
het meestal mannen die hiermee komen. En zeker als cultuur en godsdienst vereenzelvigd worden
wordt de tegenwerking heel makkelijk want het is heel moeilijk strijden tegen de gevestigde
godsdienstige begrippen, daar kunnen wijzelf en de moslim vrouwen en meisjes in Nederland over
meepraten. In India zijn inmiddels veel hoog opgeleide vrouwen en een deel van hen is bereid zich
in te zetten voor diegenen die nog altijd niets hebben, alleen maar de zorg voor de familie en het
gezin en zelf hebben ze geen enkel recht. Nog altijd worden er vrouwen verbrand omdat de
bruidschat niet hoog genoeg was en meisjes plegen zelfmoord omdat ze hun ouders niet willen
belasten met die financiele zorg.
Tijdens mijn reizen in India heb ik het voorrecht om heel veel vrouwen te ontmoeten. Als ik in een
dorp kom verweg op het platte land wordt ik ontvangen alsof ik de koningin ben en dan staan en
zitten daar die vrouwen en kijken me aan en verwachten dat ik ze helpen zal, per slot ben ik blank
en dus rijk. Ze spreken geen engels, zijn meestal analfabeet en het zware leven staat op hun
gezicht te lezen. En ik voel me in zo'n situatie vaak nogal hopeloos, want wij kunnen niet alles
zomaar oplossen. Zulke arme christelijke gemeenschappen zijn er op het platte land, zij
verwachten hulp van de kerk en van de dominee en van de bisschop. En de bisschop verwacht
hulp voor zijn mensen van ons. Het is niet eenvoudig om met deze kerk een relatie op te bouwen
die niet allereerst een financiele relatie is. En toch proberen we dat, telkens weer, lerend van onze
ervaringen.
Gelukkig ontmoet ik ook de vrouwen die zich inzetten voor die anderen. Ik wil u een paar
noemen. Mevrouw Sonia Abraham, de vrouw van de bisschop van Nandyal, zelf lerares engels
en dan heeft ze de zorg voor het gezin en de opdracht om de vrouwen bond in het bisdom te
leiden. En dat gaat allemaal met een geweldige opgewektheid en volharding. En mevrouw Lily
Amirtham, vrouw van de bisschop van Zuid Kerala, ook zij heeft naast gezin en huishouden een
dagtaak aan de vrouwen bond in het bisdom. Ook Jacintha wil ik noemen in Bangalore. Zij leidt
een organisatie en zet kleine projecten ten bate van vrouwen op, in de krottenwijken en op het
platteland. Zij geeft een cursus voor ontwikkelingswerkers en geeft dan vooral aandacht aan de
rol van de vrouw en de man. Ondertussen heeft ze problemen in de relatie met haar eigen man
gekregen. Er zijn weinig mannen die naast een zo zelfstandige vrouw kunnen leven. Ondanks alles
wil ze niet scheiden want dan krijgt ze zoveel problemen met haar positie in de indiase
maatschappij dat haar werk bijna onmogelijk zou worden. Maar ook zij werkt door en kan voor
ons een inspiratie zijn.

Op deze zendingszondag wil ik u zeker nog wat vertellen over de kerk in India waar wij officieel
een partner van zijn.
Wij hebben als gereformeerde kerken inmiddels met heel wat kerken overzee een band of een
relatie. Soms lijkt dat wat makkelijker te realiseren als je op een grote afstand van elkaar leeft.
Vanzelfsprekend kennen wij de kerken in Indonesie en dan vooral die door ons eigen
zendingswerk zijn ontstaan en dus eigenlijk gereformeerde kerken zijn.

In de jaren zestig zijn de gereformeerde kerken buiten Indonesie gaan kijken of zij ergens de
helpende hand konden bieden. Zo kwamen we ook in contact met de kerk van Zuid India. Deze
kerk viert volgend jaar het vijftig jarig jubileum van haar eenwording. In 1947 hebben een groot
aantal kerken ontstaan uit de zendingsarbeid van kerken in Engeland, Schotland, Duitsland,
Denemarken en de Verenigde Staten na een lange tijd van overleg zich samengevoegd tot de Kerk
van Zuid India. Tot grote schrik van sommige kerkleiders in Europa die zich afvroegen of dit
allemaal wel kon. De kerk van Zuid India is dus al bijna vijftig jaar Samen op Weg met nu ruim
2 miljoen leden en zij zijn daar terecht trots op. Zij zullen ons vragen waarom het bij ons zo
moeilijk gaat.
We hoeven de kerk van Zuid India nu ook weer niet te idealiseren, daar zijn genoeg problemen.
Het is niet eenvoudig een daadwerkelijke eenheid op te bouwen in dit uitgestrekte gebied, waar
4 verschillende talen gesproken worden en een groot aantal mensen nog analfabeet is.
Christenen in India vormen maar een kleine minderheid in totaal 3 %. Zij leven samen in het zelfde
dorp, dezelfde straat met hindoes en moslims. Meestal gebeurt dat in vrede, men kent elkaar en
weet van elkaars achtergrond. Als er problemen ontstaan, en u heeft vast wel gehoord van de
godsdienststrijd rondom de moskee van Ayodhya enkele jaren geleden, dan is dat terug te voeren
tot bepaalde groepen die menen hiermee groter macht te kunnen krijgen. Voor christenen zijn dat
angstige tijden en de meesten willen dan zo min mogelijk opvallen. In plaatsen waar er meer
christenen zijn en waar zij als een bedreiging kunnen overkomen kunnen er soms ongewild
problemen ontstaan. Ik las net dat de nationalistische hindoe partij het de kerk in een berggebied
in het midden van India lastig maakte. Het loopt namelijk tegen de verkiezingen aan en de kerk
had veel aanhangers gekregen onder de stammen ter plaatse. Helemaal in het zuiden, waar relatief
veel christenen zijn ondervindt de organisatie People's Movement for Development tegenwerking
vanuit een tempel bij het bouwen van een eigen centrum. Geruchten gingen dat er een kerk
gebouwd zou worden en dat wilde men voorkomen. Vanuit officiele instanties is er dan geen
tegenwerking maar dat helpt ter plaatse niet veel. Hier hebben wijzelf mee te maken en ik weet
dat er nog geen oplossing is gevonden.
De kerk van Zuid India heeft 21 bisdommen naar het anglicaanse systeem. Elk bisdom is weer
zeer verschillend wat mogelijkheden betreft. In elk bisdom wordt veel aan evangelisatie gedaan,
honderden evangelisten zijn er bezig vaak ver van huis, vrijwillig of betaald door de kerk of door
de eigen familie. De kerk ziet het als haar taak om op alle mogelijke manieren te zorgen voor de
leden, met scholen, internaten, ziekenhuizen enz. En dan is er nog het diakonaat. Dit alles is
natuurlijk een zware financiele last, want subsidies zoals hier in Nederland zijn er nauwlijks.
Daarom rekent men ook op een royale bijdrage van de partners.
Het christendom heeft in India een lange geschiedenis. Even buiten de stad Madras is een heuvel
met een oud kerkje erboven op en daar is volgens de overlevering de apostel Thomas vermoord,
nadat hij tijdens zijn rondgang door het land meerdere kerken gesticht heeft. Meer dan een
overlevering is dit niet maar er zijn wel berichten van zeevaarders uit de 4e eeuw die christenen
in India ontmoeten. Het is dus wel duidelijk dat wij ons bescheiden moeten gedragen in onze
ontmoeting met christenen in India.