Home Contact Sitemap familieboom
Terug naar de vorige pagina
Meer informatie

 

 

Trouwrede


uitgesproken ter gelegenheid van het
huwelijk van Ida Niamat en Bastiaan Dulfer
 op 26 september 2002

 

Trouwen is een mooi woord. Het heeft iets feestelijks. Het Middelnederlandse woord voor huwelijk is - volgens het etymologisch woordenboek - huwelijc, hielic. En dat woordje hielic is verwant met dansen, spelen. Inderdaad, heel feestelijk dus.

Je koppelt dat in gedachten gemakkelijk aan HET VOLLE LEVEN waarover Judith Herzberg zo'n prachtig gedicht schreef:

Zullen we
zei ze
samen
in een groot bed
in een hotel-
kamer
gaan liggen
met pyama's
aan en
dan de knecht
taart
laten brengen?

Ik weet waar jullie vannacht zullen verblijven. Misschien zit 't erin.

Maar trouwen, een huwelijk sluiten, is ook een echtverbintenis aangaan. Dat klinkt nogal ernstig en ruikt naar een bedrukt en ondertekend stuk papier. Een soort toegangsbewijs voor dat volle leven.

Vormen plechtige ondertekening en feest de kern van deze dag?

Jawel, maar het gaat vandaag ook om meer. Bij trouwen gaat het ten diepste om woordjes als vertrouwen en trouw.

Vertrouwen: het uitspreken van onvoorwaardelijk vertrouwen in elkaar. Zoals een goede bekende van ons, jaren geleden, niet lang voor zijn overlijden, schreef over de verhouding met zijn vrouw: "Eigenlijk is dat vertrouwen altijd de grondtoon van mijn bestaan geweest. Zelfs tijdens de wel eens voorkomende ruzies was ik altijd innerlijk overtuigd dat zij van me hield en mij nooit in de steek zou laten. ....... De basis voor onze relatie was en is een innerlijke grote zekerheid van op elkaar aangewezen te zijn en dat ook te willen. Ons veilig voelen bij elkaar."

Naast dat vertrouwen gaat het vandaag (en in komende jaren) ook om trouw. Het gaat om het van harte uitspreken van onvoorwaardelijke trouw en loyaliteit aan elkaar. Er zijn voor de ander, in goede en kwade dagen. Je gaat een commitment aan, waaraan je je wilt houden. Je gaat er achter staan. Niet met de tanden op elkaar omdat je je nou eenmaal contractueel of anderszins verplicht hebt, maar omdat je deze commitment van harte bent aangegaan. En je streeft ernaar om niet alleen die commitment, maar ook dat van harte vol te houden.

Van harte verwijst naar een diepere bodem, naar liefde als stille drijfveer en kracht voor een relatie. Liefde zoals beschreven in het volgende lied; een vertolking van een ongeveer tweeduizend jaar geleden geschreven brief:

"Al heb ik grote woorden,
spreek ik haast elke taal:
wie ben ik zonder liefde?
Geen mens kan mij verstaan.

Al ken ik de geheimen
van alle wetenschap:
een wereld zonder liefde
is koud en zonder hart.

De liefde is geduldig,
zachtmoedig zonder maat.
Zij is op zoek naar vrede,
vernietigt alle haat.

De liefde spreekt met woorden
die eerlijk zijn en waar,
zij breekt de harten open,
schenkt mensen aan elkaar."

Die liefde betekent ook: de sterke kanten van de ander ontdekken en koesteren; niet altijd gelijk willen hebben, de ander uitnemender achten dan jezelf (dat valt niet altijd mee), liefdevol omgaan met fouten van de ander (niet op slakken zout leggen). En, laat de zon niet ondergaan over je boosheid; krop niets op. Als je daar serieus aan werkt blijk je dingen te kunnen die je eerst niet voor mogelijk hield en kun je de ander helpen zich te ontplooien.

Want liefde is ook verbonden met elkaar de ruimte geven voor ontplooiing, met ruimte geven om jezelf te zijn en te blijven. Dus met evenwicht en gelijkwaardigheid in de relatie. Verbonden met elkaar, samen verder, zeker. Maar ieder van jullie afzonderlijk heeft ook zijn/haar eigen rol. Dat betekent - als 't goed is - wel dat beide kanten soms wat moeten inleveren.

En wees in al die dingen blij-moed-ig en opgewekt. Dat is geen opgeschroefd optimisme, dat blind is voor wat er mis en moeilijk is. Die blij-moed-igheid, die moed, heb je nodig wanneer 't niet gladjes loopt; wanneer er sprake is van barri�res, tegenslag, zorg en onzekerheid.

Hoe krijg je die blij-moed-igheid? O.a. door te werken aan je eigen horizonverruiming. Zoek situaties waarin stilte en bezinning kunnen gedijen, leg contact met bronnen van waarde; en dat niet incidenteel, maar regelmatig.

Liefde en trouw zijn dus geen softe en rozige aangelegenheid, maar -zoals eerder gezegd- een vorm van commitment die je van harte en zonder voorwaarden aangaat en wilt cultiveren. Je bent bereid daaraan te werken, gaandeweg te leren en daarin te groeien. Dat kan betekenen dat je over bergen en door dalen moet gaan. Maar daar hebben jullie in je relatie al grote ervaring mee opgebouwd.

Op die basis van liefde en trouw kun je er ook 'zijn voor anderen' en samen werken aan individuele en gezamenlijke idealen; aan je taak, je opdracht, je verantwoordelijkheid. Voor de ander, voor je familie, voor je vrienden, voor de samenleving. Want je bent er niet alleen voor elkaar, je bent er samen ook voor anderen.

Dat 'er zijn voor anderen' heeft vanzelfsprekend te maken met diepe idealen; met hoop en verwachting, en met jullie 'kijk naar buiten' (jullie visie op eerlijkheid en rechtvaardigheid, op samen delen, op samenwerken in de zorg voor anderen, en voor de wereld), en op verantwoordelijkheid nemen 'als je ervoor geplaatst wordt' (niet weg lopen). Samen kun je meer; samen ben je sterker.

Maar samen kan in deze zaken natuurlijk ook betekenen aanvullend op elkaar. En, let wel op: 'samen voor anderen' is al snel meer dan je aan kunt. Niet iedereen kan hetzelfde opbrengen. Daarom moet je leren wat je aan kunt en accepteren als jij (of de ander) in iets niet goed bent.

Liefde en trouw leggen een fundament onder je bestaan. Ze vormen een sterke basis voor liefde en trouw aan anderen. Zorgzaamheid voor elkaar, en voor anderen, voor de samenleving. Er is per slot een taak om 'de wereld bewoonbaar, leefbaar te maken'.

Dat 'de wereld bewoonbaar, leefbaar maken' is prachtig beschreven in het boekje De man die bomen plantte van de franse dichter en schrijver Jean Giono. De verteller in het verhaal ontmoette tijdens een bergwandeling in Zuid Frankrijk een herder die op zijn zwerftochten over de kale hoogvlakten eikels verzamelde, die schoon maakte, er zorgvuldig 100 selecteerde, en die op zijn volgende tocht meenam. De verteller meldt: 'Aangekomen op de verlangde plaats begon hij met zijn ijzeren staaf in de bodem te steken. Zo maakte hij een gaatje, waarin hij de eikel legde, waarna hij het gat weer sloot. Hij plantte eiken. Ik vroeg hem of het zijn grond was. Hij zei mij van niet. Wist hij dan van wie die grond was? Dat wist hij niet. Hij veronderstelde dat het gemeenschapsgrond was, of misschien ook was ze het eigendom van mensen die zich er niet om bekommerden? Zo plantte hij zijn honderd eikels met uiterste zorg". Jaar in jaar uit ging hij daar mee door. Hij bestudeerde de voortplanting van beuken en vlak bij zijn huis maakte hij een uit beukennootjes opgekomen kweektuin. Toen de verteller vele, vele jaren later - na de Grote Oorlog - het gebied opnieuw bezocht zag hij uitgestrekte bosgebieden. Het was een indrukwekkende aanblik. Hij stond letterlijk sprakeloos. .. "Als je er bij stil stond dat alles was voortgekomen uit de handen en de ziel van die ene herder." Het resultaat van jarenlang hardnekkig en zeer eenvoudig werk. Toen de verteller naar het dorp afdaalde zag hij water stromen in beekjes die sinds mensenheugenis altijd droog waren geweest. Het was een geweldige kettingreactie die hem onder ogen kwam. .. De wind droeg bepaalde zaden aan. Tegelijk met het teruggekeerde water konden nu de wilgen, de teenwilgen terugkeren, de weiden, de tuinen, de bloemen en een nieuw leefklimaat. Maar de transformatie ging zo langzaam dat ze plaats vond zonder enige verwondering te wekken. ... Daarom tastte niemand het werk van die herder aan. Als ik bedenk - zei de verteller - dat ��n enkele man, met niet meer dan zijn eigen fysieke en morele hulpbronnen, voldoende is geweest om dit Land van Belofte uit de woestenij te doen verrijzen, vind ik dat, ondanks alles, het menszijn iets bewonderenswaardigs heeft."

Het verhaal over de man die bomen plantte is een literair sprookje. Maar het is een mooie illustratie hoe met een 'aanpak van kleine stappen' grote, goede dingen bereikt kunnen worden. Hoe morele kracht en trouw het landschap van de mens kunnen veranderen in een prachtig vergezicht. Dat geldt ook voor jullie. In je eigen relatie en in je zorg en aandacht voor anderen. Dat vergezicht maakt deze trouwdag extra feestelijk.

Gerard H. Dulfer

Amersfoort, september 2002