Home Contact Sitemap familieboom
Hoofdpersonen:
Meer informatie

Jans Klapwijk ca 1916?     

Jans Klapwijk (2002)

 

Klapwijk - Jannetje (1908 - 2004) 

Afscheid van Oma (Toespraak door Diederik)

Fijn dat U allen bent gekomen om samen met ons afscheid te nemen van onze Oma.

Het is voor ons natuurlijk een vreemde situatie dat wij als kleinkinderen onze Oma moeten begraven. Het is net zo raar als een moeder die haar kind moet begraven en ook dat heeft Oma meegemaakt. Eigenlijk had Gerard hier moeten staan om U iets te vertellen over het leven van Oma. Gerard was daar (zoals u wellicht weet) ontzettend goed in. Gelukkig heeft hij voor ons vele verhalen verzameld in zijn familiegeschiedenis project, waar ik nu uit put.

Jannetje Klapwijk werd op 22 februari 1908 geboren op de klaprozenweg in Berkel, haar roepnaam was Jans. Zij was het tiende kind van van Dirk Klapwijk en Maartje Verhoeff , die uiteindelijk dertien kinderen zouden krijgen. De volgende dag werd ze al gedoopt in de Gereformeerde Kerk te Berkel door Ds L.J.C. Kreijt. Zij heeft al haar twaalf broers en zusters overleefd en is de laatste waarvan we vandaag afscheid nemen.

Na haar lagere school, ging Oma naar de kweekschool met de Bijbel in Rotterdam. Via haar zus Teun leerde ze in deze periode haar latere echtgenoot Pieter Johan Luijendijk kennen. Na de kweekschool heeft ze enige tijd als volontair onderwijzeres in Pijnacker gewerkt, totdat de vrouw van haar broer Arie overleed. Oma heeft haar baan toen opgezegd en heeft de zorg van de drie kinderen op zich genomen. Oma woonde op dat moment nog thuis. Haar moeder (Maartje) was zo blij dat Oma dit voor broer Arie wilde doen, dat zij Opa Luijendijk aanbood om bij hun in het ouderlijk huis te komen wonen. Erg bijzonder in die tijd, omdat Oma & Opa nog niet verloofd waren.

Oma vertelde daarover “Toen Piet het aan mijn vader kwam vragen of hij akkoord ging met de verloving, vond Vader Klapwijk het gesprek eigenlijk overbodig. Piet kwam al zoveel over de vloer bij de familie. Natuurlijk was het goed. Piet moest achter hem aanlopen om zijn handtekening te krijgen.” De verloving viel op 28 juli 1926.

Tijdens hun voorbereidingen voor hun uitzending naar Sumba, volgde ze een opleiding van drie maanden aan de Koloniale School in Den Haag. Het was een opleiding voor meisjes die naar Indië gingen om daar te trouwen met een planter, etc. Een Javaanse kokki gaf er kookles. Ze kreeg ongeveer 10-12 uur per week les in de Maleise taal.

Ze vertelde mij wel vaak van de kerkdienst in Groningen in 1932 waarin ze werden uitgezonden naar Sumba. Opa Piet zat voorin de kerk en Oma ergens in het midden. Tijdens de kerkdienst stond er midden in de kerk iemand op, die wijzend naar oma zei: "Dit klopt niet, die mevrouw daar wordt ook uitgezonden." Waarop oma naar voren werd gehaald en naast opa op de eerste rij mocht plaatsnemen, zodat Opa & Oma gezamenlijk werden uitgezonden.

In 1932 vertrokken zij naar Sumba. Ze gingen eerst met de trein naar Genua in Italië, alwaar ze op de boot naar Sumba stapten. Deze treinreis scheelde een week op de boot zitten. De bootreis duurde toen nog ongeveer 6 weken.

In die tijd was het gebruikelijk om na 7 jaar terug te keren naar Nederland. Ter vergelijk: Ik heb recentelijk samen met mijn vrouw en kinderen ook in Indonesie gewerkt. Wij mochten 2 keer per jaar met het hele gezin naar Nederland.

Het is nu moeilijk voor te stellen hoe het leven daar toen op Sumba moet zijn geweest. Sumba had een zeer minimaal wegennet. Wat in de regentijd bovendien niet begaanbaar was. De reizen die opa over het eiland maakte om dorpen en kerken te bezoeken werden dan ook te paard afgelegd. Een enkele keer vergezelde oma hem op deze reizen. Zij vertelde ons over de verwonderde reacties van de sumbanese bevolking, wanneer zij als lange blanke vrouw te paard het dorp binnen kwam rijden.
Oma heeft een eigen bestaan weten op te bouwen, terwijl Opa vaak op reis was....pakte Oma haar baan min of meer op en onderweest Sumbanese meisjes in het Huishouden.

In 1939 mochten ze eigenlijk op verlof naar Nederland. Ze ruilden echter met de familie Lambooij, die 4 kinderen in Nederland had, en een jaar later met verlof zouden gaan. Doordat kort daarop de oorlog in Europa uitbrak betekende dit jaar uitstel dat ze nog 5 jaren langer in Indonesie moesten blijven.

In 1940 werd onze moeder Lucie eindelijk geboren. Zij is hun enigste kind gebleven. Uiteraard waren Opa en Oma zeer gelukkig.

In februari 1942 vielen de Japanners Nederlands Indië binnen. Pas op 14 mei 1942 arriveerden de eerst Japanners op Sumba. Opa en Oma kwamen afzonderlijk in kampen te zitten op Sulawesi. Oma en Lucie hebben de oorlog in het kamp Kampili doorgebracht. Jans was verantwoordelijk voor het schoonhouden van een deel van het kampterrein. Dicht bij de plek waar ik 5 jaar geleden nog gewoond en gewerkt heb.

De leidsters van de werkgroepen werden soms door de commandant uitgenodigd om bij hem te komen eten. Volgens moeder was hij eenzaam, verlangde naar zijn gezin in Japan. Hij nodigde hen ook wel eens uit voor een maaltijd, die hij dan zelf klaar maakte. Jans nam dan een bakje op haar schoot mee waarin ze stiekum wat eten voor Lucie kon meenemen. Volgens Ineke Alkema-Berg (1931), die in hetzelfde kamp zat, kwam Jans ook wel eens met rode wijn terug en stelde die beschikbaar voor het Avondmaal in de 'kerk'. Pas in 1946 keerden ze weer terug in Nederland.

In 1948 vertrokken ze opnieuw naar Sumba en ze bleven daar met onderbrekingen tot 1969. Zo bracht ze ruim 30 jaar van haar leven op Sumba door. Eigenlijk is het dus niet verwonderlijk dat ze daarna nooit meer goed heeft kunnen aarden in Nederland.

De laatste jaren zonder Opa Piet waren moeilijk voor haar. Ondanks alles bleef ze actief binnen de Dillenburg. Tot de laaste weken deed ze mee in de handwerkclub en was ze aanwezig bij de spelletjes middag. De weeksluiting op vrijdagmiddag en het luisteren naar de kerkradio op zondagmorgen waren belangrijke vaste momenten in haar week. Ondanks alle moeilijkheden die ze had met haar lichaam bleef ze volharden in haar wekelijkse schema. Ontzettend eigenwijs maar wel ontzettend sterk, zowel geestelijk als lichamelijk. Zij bleef tot het laatste moment zelfstandig, zoals ze dat al die jaren op Sumba was geweest.

Oma, Wij zullen u herinneren als een sterke zelfstandige vrouw. Die een bijzonder kleurrijk, spannend en avontuurlijk leven heeft geleid. U heeft zich volledig ingezet voor uw idealen en geloof. U blijft bij ons in de verhalen.

Bedankt Oma.